Na de val van het communisme
De val van het communisme in de voormallige Sovjet Unie wordt door de meeste mensen in het Westen als iets positiefs gezien. Maar weinigen zullen ooit de mensen in de Sovjet Unie zelf gevraagd hebben. Nu ik zo’n anderhalf jaar getrouwd ben met een Kazachstaanse en al een behoorlijke tijd op het platteland aldaar gewoond heb wordt wel duidelijk dat de omwisseling van politiek systeem voor de bevolking niet altijd een vooruitgang is geweest. En denk niet dat het komt omdat Kazachstan een armoedig land is. Het heeft een structurele economische groei van 10% per jaar, vangt per hoofd van de bevolking het meeste geld uit buitenlandse investeringen van alle GOS landen, de munteenheid Tenge is de sterkste in de regio en Kazachstan heeft in de bodem totaal 60% van alle bodemschatten van de Sovjet Unie zitten zoals olie, goud en uranium. Tel daarbij dat door het space shuttle ongeluk alle Amerikaanse en Russische ruimtevluchten vanaf de lanceerbasis Baykonur in dit land worden ondernomen, kunnen we eerder spreken van een potentieel Saudie Arabie, dan van een ontwikkelingsland.
Toch is er met name op sociaal gebied grote achteruitgang geweest sinds de onafhankelijkheid in 1991. Het kapitalistische credo “Wie niet werkt zal ook niet eten” is voor veel van de mensen hier eenvoudig nog te hoog gegrepen. Wanneer je in de Sovjet tijd geen werk had kwam de politie je van huis ophalen om samen werk in de omgeving te zoeken. Telefoon was gratis, in Zhabagly was een centraal badhuis, twee kindercreches, een school en een kippenslachterij die werk bood aan 1400 mensen.
Alleen de school is nog over. Het aantal telefoonaansluitingen is geslonken van 400 naar minder dan 100 en na het faillisement van de kippenslachterij in 1999 werd op de bevolking van 2500 mensen een werkloosheid geteld van 80%. Hierna is een grote trek van mensen naar de grote steden gekomen, waar echter ook niet iedereen op de nieuwe meeeters zat te wachten. Gelukkig is er de laatste jaren een verbetering merkbaar doordat een aantal mensen als forens werk heeft kunnen vinden in Baykonur en in Atyrau in de olieindustrie. Maar dat betekent wel één of twee maanden van huis en dan slechts enkele weken weer thuis.
Wat er van het centrale badhuis en de kindercreches over is valt op beide foto’s te zien. Het badhuis is ontmanteld en is opgekocht als opslagplaats voor tarwe. De kindercreche is volledig met de grond gelijk gemaakt en tot en met de fundering uit de grond gehaald. Alle bouwmaterialen zijn verkocht of ‘s nachts weggeroofd om dienst te doen op andere plekken. Veel vrouwen kunnen niet meer werken omdat ze op de kinderen moeten passen die ze vroeger in de creche konden achterlaten, waardoor het inkomen van veel gezinnen maar moeizaam omhoog gaat.
Lammert