Wij zijn sinds bijna een jaar hier in Kazachstan de trotse eigenaar van een auto. Een Lada—of beter een Zhiguli want Lada is alleen maar een merknaam—die we nieuw hebben gekocht. Wie dacht dat het Fiat model Lada al lang tot de museummodellen behoorde komt bedrogen uit. Het is nog steeds een topmodel van de Lada fabrieken met een productie van honderdduizenden exemplaren per jaar. Dit model wordt alleen niet meer in West Europa verkocht omdat het niet voldoet aan de steeds strenger wordende milieu eisen daar. De auto is sinds het originele Fiat model slechts op enkele punten gewijzigd en dat heeft zo zijn voordelen. Het is een model met achterwiel aandrijving met een zware achteras en even lomp uitgevoerde ophanging van de voorwielen. De meeste Westerse auto’s zijn voorwiel aangedreven en hebben onafhankelijk opgehangen achterwielen. Dat geeft wel een betere wegligging in bochten en bij hoge snelheden, maar op de hobbelwegen met diepe kuilen zoals die hier voorkomen is dat fragiele metaalwerk zo aan zijn eind.
Een tweede voordeel van een Zhiguli is, dat het motorsysteem sinds begin jaren tachtig nauwelijks veranderd is en daardoor elke boerensmid het kan reperareren mochten we onderweg tot stilstand komen. Maar zover willen we het niet laten komen en daarom gaan we trouw elke 10.000 kilometer naar de garage voor een grote beurt. Vandaag staat de 20.000 km beurt op het programma.
Het garagesysteem in Kazachstan heeft zijn charmante eigenschappen. Je gaat eerst naar de automarkt en koopt daar de onderdelen die je denkt nodig te hebben. In ons geval een nieuw luchtfilter, een oliefilter en een jerrycan olie. Je hebt als autoeigenaar zelf de keuze welke onderdelen je koopt. Zit je krap bij kas, of neem je het niet zo nauw met het onderhoud dan koop je goedkope Chinese filters, anders neem je filters van Russische of Westerse makelij. Hetzelfde geldt voor de olie. Er is olie te koop van 60 Tenge per liter tot 800 Tenge. Zelf kiezen we voor de laatste en niet zonder reden.
Er gaat hier het verhaal dat je een automotor elke 40.000 kilometer moet reviseren. Zelf geloof ik daar niet zoveel van. Een motor—mits netjes gebruikt—gaat zeker 200.000 kilometer mee voordat de interne slijtage zo groot is dat de lekkage langs zuigers en kleppen het vermogen, benzine- en olieverbruik duidelijk gaat beïnvloeden. Dat geldt ook voor Lada’s die in Nederland rondrijden, dus waarom niet voor Lada’s in Kazachstan? Wanneer de slijtage toch sneller gaat, dan kan dat maar één oorzaak hebben, namelijk een verhoogde wrijving tussen de bewegende componenten. En smeerolie is het middel om wrijving tussen de bewegende componenten in een motor tegen te gaan.
De functionaliteit van smeerolie wordt niet bepaald door de oliecomponent zelf, maar door de dopes, kleine toevoegingen van speciale stoffen die het gedrag van de olie bij hoge temperaturen, lange gebruiksduur en in combinatie met aggresieve bijproducten van het benzine verbrandingsproces bepalen. En juist deze dopes bepalen in hoge mate de prijs van de olie.
Zelf heb ik in Nederland met mijn eerste auto 461.000 kilometer gereden zonder enig motor slijtage probleem en dezelfde olie die ik daar gebruikte—Shell Helix plus—pas ik nu ook toe in onze Zhiguli. Hoewel ik niet de illusie heb ook met deze auto een half miljoen kilometers probleemloos te rijden denk ik toch dat hiermee in ieder geval een belangrijke oorzaak van problemen de nek omgedraaid is.
Maar nu snel terug naar de garage, want de monteur staat ongeduldig te wachten op mijn orders terwijl ik dit schrijf 😉
Achter de autodealer waar wij onze auto hebben gekocht is een grote reparatiehal. Hierin staan een aantal bruggen die door zelfstandige monteurs worden gehuurd. Sommigen zijn gespecialiseerd in uitlijnen, anderen in motoronderhoud. Wij rijden onze auto naar de brug van de Oezbeekse monteur die onze auto al eerder onderhanden heeft gehad en waar we goede ervaringen mee hebben. De auto gaat op de brug en wordt van onderen geïnspecteerd.
De hobbelwegen hebben hun sporen nagelaten. De rubbers van de stabilisatorstangen voor zijn gescheurd en ook op de stuurinrichting zit wat speling. Verder zitten enkele moeren niet meer helemaal vast. De vering aan de achterzijde is doorgezakt en de monteur adviseert ons een paar vulrubbers te kopen die boven de veren worden geplaatst. Hierdoor komt de auto aan de achterkant omhoog waardoor we met veel vracht in de kofferbak minder snel het wegdek raken als we door een gat rijden. Handig wanneer we 200 kilo voer over het bergpad naar boerderij brengen zoals afgelopen jaar herhaaldelijk gebeurd is. Met het bestellijstje lopen we naar de automarkt terwijl de monteur onderwijl de olie ververst en de voorbereidingen voor de verdere reparaties treft.
Op de automarkt kopen we de nodige zaken in. Het heeft zo z’n voordelen in een auto te rijden waarin bijna half Kazachstan rijdt. Alle benodigde onderdelen zijn voorhanden bij verschillende marktkramen. We kiezen weer met zorg de wat duurdere, maar betere, originele fabrieksonderdelen uit. Nu is duur een relatief begrip. Totaal zijn we niet meer dan 15 euro kwijt aan alle onderdelen.
Als we terugkomen in de garage schieten we een andere monteur aan. De band die we vorige week hebben gekocht ter vervanging moet nog om de velg gelegd en gebalanceerd worden. Deze monteur is de bandenspecialist en fluitend loopt hij met de band en velg naar zijn hoekje waar hij zijn balanceerapparatuur heeft staan.
Wij lopen terug naar de automarkt om in een restaurantje aldaar wat te eten en vervolgens lampjes voor de Oeazik te kopen. Zoals al een paar dagen geleden gemeld, heeft de kapotte spanningsregelaar van de Oeazik een heel aantal lampjes opgeblazen. Vandaag kopen we nieuwe in. Ook op onze vrachtwagen zijn de nodige lampjes kapot. Omdat die binnenkort voor de APK keuring moet—ja, dat kennen ze hier óók—moet ook daar het nodige aan gebeuren. Met 12 lampjes en een volle maag keren we terug naar de garage.
De band is inmiddels rond de velg gelegd en het wiel is gebalanceerd. De monteur heeft ons reservewiel rechtsachter verwijderd en daar de velg met de nieuwe band voor in de plaats gemonteerd. We rijden nu weer op vier lichtmetalen velgen, dat staat wel zo netjes. Totaal arbeidsloon 100 Tenge, ofwel 60 eurocent. Daar hoef je bij de Kwikfit niet voor langs te komen.
De reparatiewerkzaamheden vorderen onderwijl gestaag. De voorwielen zijn gedemonteerd en de monteur controleert de staat van de remblokken. Hij is enigszins verbaasd, het lijkt wel of er net nieuwe blokken en schijven onder gekomen zijn. Ik snap wel waarom. Het is hier heuvelachtig en veel Kazachen hebben de gewoonte helling-af de motor uit te schakelen om benzine uit te sparen. Als het te hard gaat remmen ze bij. De paar drupjes benzine die je daarmee uitspaart deren mij niet zo erg. Veel belangrijker vind ik het dat mijn remmen nog koel zijn en goed functioneren als ik ze helling-af echt nodig heb. Daarom rem ik altijd op de motor af en raak ik het rempedaal nauwelijks aan. Elmira heeft dat nu ook van mij geleerd en daardoor slijten onze remmen veel minder snel dan gebruikelijk is in Kazachstan. Wat een ander aan benzine bespaart verdienen wij ruimschoots terug aan remblokken en het veilige gevoel dat onze remmen op hellingen als we ze echt nodig mochten hebben het gewoon doen.
We hebben nog een ander mankementje aan de auto. Sinds de winter is de laadspanning van de dynamo niet meer zo constant als daarvoor. Elke Zhiguli is voorzien van een voltmeter in het dashboard om de actuele laadspanning te zien. Een snufje dat op veel Westerse auto’s mist en dat ik in mijn eerste auto in Nederland indertijd ingebouwd heb om problemen in het elektrisch systeem te ontdekken voordat je aan de kant van de weg stilstaat met een lege accu. Want dat laatste is volgende de statistieken van de Wegenwacht nummer één in oorzaken van panne in Nederland. Misschien is het nu een los contactje van de dynamo en omdat de monteur ernaast toch de elektrodeskundige van de garage is laten we hem er even naar kijken. Hij rommelt wat aan de dynamo en schroeft de spanningsregelaar los die daar achterop gemonteerd is. Hij heeft nog eentje liggen van zijn eigen auto—half Kazachstan rijdt immers in een Lada—en schroeft die erop. Ik start en inderdaad, de laadspanning is weer constant. Waarschijnlijk is er met de anderhalve meter sneeuw water in gekomen waardoor de elektronica is aangetast. Het beste is om er een nieuwe regelaar op te monteren.
Het is bijna zes uur en we lopen snel naar de automarkt, waar we die dag al zo vaak zijn geweest, om een nieuwe spanningsregelaar te kopen. De meeste handelaren zijn al naar huis, maar bij één dynamospecialist wordt de deur van de zeecontainer waarin de handelswaar ligt opgeslagen net dicht gedaan. De koopman is bereid om nog even een regelaar voor ons te zoeken en voor 500 Tenge (3 euro) hebben we het benodigde apparaatje. In een wat langzamer tempo dan op de heenweg lopen we terug naar de garage.
De elektromonteur heeft onderwijl een andere auto onderhanden genomen. Op een Lada Samara moeten ruitensproeiers met blauwe feestverlichting worden gemonteerd. Terwijl blauw licht op voertuigen in Nederland absoluut verboden is om verwarring met de auto’s van de hulpdiensten te voorkomen is het dé trend in Kazachstan. Blauwe knipperlichten, blauwe stadslichten en ook blauwe lampjes in de ruitensproeiers, het is hier allemaal in. Het nut ontgaat mij maar Kazachen worden er helemaal wild van. Het kost een klein half uurtje om de draden door het frame van de motorkap te wurmen en op de bedrading van de stadslichten aan te sluiten. Daarna heeft de monteur weer tijd voor ons en vijf minuten daarna is onze auto weer als nieuw.
En het arbeidsloon: voor de dynamoreparatie 200 Tenge (1,20 euro) en voor de grote beurt inclusief uitlijnen 2800 Tenge (16 euro).