De stikstofman
De regering in Kazachstan heeft een steunprogramma voor inseminatiestations, en wij vallen ook onder die regeling. Dat betekent dat we één keer per maand gratis stikstof krijgen voor ons spermavat. Dat stikstof wordt ons gebracht door mensen van het voormalige staatsfokprogramma.
Van het voormalige staatsfokprogramma zijn nog zo’n 150,000 doses sperma op voorraad in Shymkent. Deze oude doses worden verkocht, maar er is nauwelijks een nieuw fokprogramma om met vers bloed aan te vullen. Daardoor worden op dit moment veel koeien in onze regio geïnsemineerd met sperma van een stier uit 1969. Er zit dus niet echt veel vooruitgang in. Deze mensen hebben ook door dat ze aan vernieuwing van hun ras moeten denken. Ze kijken dan ook altijd met argusogen naar wat wij aan het doen zijn. Het liefst zouden ze één van onze stierkalfjes voor een paar centen overkopen en daarmee doorfokken alsof het een 100% Holstein Friesian is.
Maar zo gemakkelijk gaat dat niet. Wij creëren niet onze eigen concurrenten en wij gaan alleen voor 100% kwaliteitsstieren, dus tot nu toe hebben ze steeds bot gevangen. Vandaag werd weer stikstof gebracht en uiteraard kwam weer de vraag of ze een paar stierkalfjes konden kopen. Een ras met 50% Holstein Frisian en 50% lokaal was volgens deze man veel beter dan een 100% Nederlandse koe. Die kon niet tegen dit klimaat. Jaja, dat verhaal heb ik al zo vaak gehoord. Maar koeien uit Nederland worden al jaren lang succesvol geexporteerd naar landen als Iran en Saudi Arabië, dus daar trappen we niet meer in. Vriendelijk glimlachend heb ik heb hem dan ook verteld dat Nederlandse koeien opbrengsten kennen van ver boven de 30 liter, waar het lokale ras nogal schril bij af steekt. Ja, was het antwoord, maar dan moet je er wel goed voer in stoppen. Uiteraard, maar geldt dat niet voor alles? Als wij dieselolie in onze Lada gooien is het ook snel afgelopen.