Zo af en toe is er een dag dat ik onze auto onderhanden neem. Oliepeil controleren en tot het max streepje bijvullen—in tegenstelling tot de Kazachen die uit verkeerde zuinigheid meestal maar tot het min streepje bijvullen—de lak bijwerken waar de overvloedige stenen het metaal naar boven hebben getoverd en dergelijke.
Sinds een aantal dagen loopt één van onze banden langzaam leeg. Niet storend, ongeveer één keer in de drie dagen moet er wat lucht bij, maar toch verontrustend genoeg om eens een nadere inspectie uit te voeren. We hebben al eens een lek ventiel gehad en mogelijk is er nu weer zo’n klein ergerlijkheidje. Zeepsop komt in dit soort gevallen goed van pas. We hebben altijd een fles in onze kofferbak liggen om de bak van de ruitensproeier bij te vullen maar vandaag heb ik de inhoud gebruikt om onze band aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Eerst flink hard opgepompt en dan maar kijken waar de bubbels vandaan komen.
Tot mijn verbazing komen er geen bubbels vanuit het ventiel, en ook de velgrand vertoont geen tekenen van een lek. Als ik het zeepsop over het profiel van de band giet zie ik waarom. In de band, bijna onzichtbaar, heeft zich een spijker genesteld. Rond deze spijker borrelen hele kleine belletjes op. Tijd voor een vervanging. Het gat zit niet op een kritische plaats en de spijker is niet al te groot, dus waarschijnlijk is dit met een plug en vulcaniseren nog wel te repareren. Maar eerst maar even het reservewiel erom. Dat geeft wel zo’n veilig gevoel.
Voor het onderhoud van het telefoonsysteem heeft elk dorp in Kazachstan zijn eigen onderhoudsmonteur. Deze houdt de vaak antieke centrale in de lucht en zorgt voor het aansluiten van nieuwe telefoons, afsluiten van wanbetalers en het repareren van de bovengrondse telefoonlijnen.
Sinds kort zijn we er achter dat het salaris van deze onderhoudsmonteurs voor een deel bestaat uit een percentage van de belkosten van de abonnees. We hadden al door dat Arapai—de monteur in ons dorp—altijd erg vriendelijk tegen ons was en heel behulpzaam bij problemen, maar we begrijpen nu ook waarom. De meeste mensen in ons dorp bellen alleen lokaal, en dat is gratis. Zij betalen hun anderhalve euro abonnementsgeld per maand en dat is het dan. Wij behoren echter tot de top vijf grootgebruikers in het dorp met internet, internationaal telefoonverkeer en bellen naar mobiele nummers. Dat tikt aan.
Vorige week kwam Arapai bij ons aan de deur met het voorstel voor ons een nieuwe eigen telefoonlijn te trekken tussen ons huis en de telefooncentrale. Tot nu toe waren we aangesloten op een centrale multikabel—samen met nog zo’n 15 andere telefoongebruikers—en internet wil dan nog wel eens wegvallen als één van de buren over de lijn begint te tetteren. Voor enkele andere internet gebruikers dichterbij de centrale had hij al een eigen lijn gelegd en die waren zeer tevreden.
Omdat er nogal een kostprijs verschil is tussen ons huidige internetverkeer en een satelliet internetverbinding besloten we van het aanbod gebruik te maken. Alleen de kabel zouden we zelf moeten betalen, arbeidsloon kwam voor rekening van de telefoonmaatschappij.
Vandaag is de kabel gelegd. Een speciale drieaderige kabel waarvan twee van koper voor het signaal, en een derde van staal zodat de kabel bij wind niet gemakkelijk kapottrekt. Dergelijke kabel heb ik in Nederland nog nooit gezien maar dat komt omdat daar de telefoonkabels allemaal onder de grond weggewerkt zijn. Kabels met trekontlasting zijn daarvoor niet nodig.
Slechts een minuut of tien zijn we zonder telefoon geweest, daarna heb ik de internetverbinding direct getest. Ik moet zeggen, een hele vooruitgang. Een uur achter elkaar on-line was hiervoor haast onmogelijk door de storingen van andere gesprekken, maar dat is geen probleem meer. Bovendien lijkt het zeker twee a drie keer zo snel te gaan, maar dat kan ook wishful thinking zijn. Als dit zo blijft kan het plan van de schotelverbinding voorlopig even in de ijskast. En Arapai kan ook tevreden zijn. Voorlopig maken we nog even gebruik van zijn telefooncentrale voor onze internetverbinding en kan hij zijn procenten blijven incasseren.
In het natte seizoen in mei en juni zijn er veel prachtige vlinders rond Zhabagly te zien.