Weer thuis
Om kwart voor negen word ik wakker gemaakt. De auto moet verplaatst van de dochter des huizes moet naar haar werk en ze kan er niet langs. Nadat ik de auto langs de kant van de weg geparkeerd heb bel ik Elmira. Nee, er zijn nog geen tekenen van een naderende bevalling. De gynaecoloog wil het nog even aanzien maar wanneer er geen verandering komt kan ze vandaag weer naar huis.
Het ontbijt is Kazachs: brood met één of andere ingemaakte vruchtencompote en thee. De tijd dood ik met het kijken naar in het Russisch nagesynchroniseerde Woody Woodpecker filmpjes op televisie. Om half elf belt Elmira weer. De toestand is stabiel, ze kan naar huis tot Knufsik zich daadwerkelijk aandient. Wordt het dan toch niet een bevalling op vrijdag de 13e?
De reis naar het ziekenhuis is nog een hele toer. We hebben geslapen in een huis in het noordwesten van de stad, terwijl Elmira in een ziekenhuis in het oostelijke deel verblijft. Op zich geen probleem, maar na vijf minuten blijkt de centrale weg door de stad door de politie hermetisch afgesloten te zijn. Alle auto’s worden door smalle parallel weggetjes geperst wat tot behoorlijke opstoppingen leidt. Later blijkt dit te zijn omdat een minister een bouwproject in de stad bezoekt. Zoveel heisa maakt men in Nederland niet als een minister ergens op werkbezoek gaat.
Uiteindelijk lukt het ons na meer dan een half uur Centraal Aziatische rijstijl om de kliniek te bereiken. Elmira is zichtbaar opgelucht dat ze even terug naar huis kan.