Een paar maand geleden hebben we een nieuwe stofzuiger gekocht ter vervanging van een oude Sovjet straaljager. Het is toen een Philips geworden. Misschien wel chauvinistisch, maar hij werkt prima. Het is een model waarin papieren zakken moeten, maar speciaal voor dit soort landen levert Philips de stofzuigers met een stoffen zak die uitgeklopt en hergebruikt kan worden. Dat speelt in op de cultuur hier dat er niets weggegooid wordt.
Gisteren tijdens ons telefoneren vroeg Elmira of ik uit Nederland niet een paar pakken stofzuigerzakken kon meenemen. Die stoffen zak was misschien wel een stap vooruit voor Kazachen die tot nu toe altijd de vloer met een natte doek gedweild hadden, maar er zitten zulke grote gaten in dat het stof er aan de achterkant haast net zo snel weer uit gaat als het er aan de voorkant ingezogen wordt. Misschien worden wij wel het eerste gezin in Kazachstan dat wegwerpzakken in de stofzuiger gebruikt. Wat een verspilling.
Ik heb net Elmira aan de telefoon gehad. Ze is vanavond met de auto naar Mischa geweest om te vragen of hij medestrijders heeft kunnen vinden om ons huis te bouwen. Het nieuws was op zijn zachtst gezegd niet positief. Sacha die uit Rusland terug wilde keren naar Kazachstan heeft bij het bedrijfsongeluk een maand geleden niet alleen enkele vingers afgezaagd. Zijn hele arm functioneert niet meer en hij is nu invalide volgens categorie 3. Dat geeft hem wel recht op een invaliditeitsuitkering, maar werken zal hij niet meer zo hard doen. Een andere bouwvakvriend heeft recentelijk zelfmoord gepleegd.
Micha ziet het niet zitten om in zijn eentje met de bouw te beginnen, dus voorlopig zitten we zonder bouwvakkers.
Vroeg in de ochtend kom ik met de trein aan op station Alma-Ata 2. De nacht is koel geweest en rond een uur of zes heeft het onderweg zelfs even geregend. Daardoor was het in de coupé best uit te houden en heb ik heerlijk kunnen slapen. De eerste tocht is naar baboeshka bij de luchthaven om mijn bagage daar te stallen. Een aantal oudere vrouwen die bij de luchthaven wonen verhuurt kamers aan reizigers. Voor 500 Tenge (3 euro) kan daar de nacht doorgebracht worden. De huizen liggen pal tegen de luchthaven aan, dus je kunt lopend naar het vliegveld. Na een aantal plekken uitgeprobeerd te hebben maken we al weer anderhalf jaar gebruik van de diensten van een omaatje op nummer 29. Elmira heeft twee dagen geleden gebeld dat ik er aan kom, dus dat is geen probleem.
Als ik met Elmira reis nemen we meestal de bus van het treinstation naar de luchthaven—goedkoper hè—maar nu ik alleen ben doe ik duur en neem ik een taxi. Wel zo comfortabel vergeleken met de bussen van Chinese makelij die om deze tijd van de dag stampvol zijn en waar voor mijn hoofd geen staruimte is. De thee staat klaar als ik op mijn verblijfadres aankom. Veel tijd heb ik echter niet, want ik moet naar de markt om nog wat inkopen te doen. Voor iedereen behalve voor mijn neefje Sybren hebben we een presentje gekocht en het zou wel wat sneu zijn als iedereen wat krijgt behalve hij. Wat ik na lang zoeken gekocht heb kan ik hier nog niet zeggen—anders zou zijn moeder dat misschien al vertellen voor hij het gekregen heeft—maar ik denk dat hij er wel blij mee is.
Een nieuw gasfornuis met oven vraagt natuurlijk om uitgeprobeerd te worden. Al een hele tijd hebben we een pak zelfrijzend bakmeel voor een appeltaart in de kast staan. Tot nu toe is het er niet van gekomen om een appeltaart te bakken, maar vanavond reis ik af naar Nederland dus vandaag is de laatste kans. We nemen onze grootste springvorm met een diameter van 30 centimeter. Een kilo appels verdwijnt in het binnenste. De kaneel die er normaal in hoort hebben we niet, maar nootmuskaat lijkt een goede vervanger.
Anderhalf uur staat de taart in de oven gaar te worden. Goudbruin gebakken komt hij er uit. En de smaak? Voortreffelijk.
Vorig jaar hebben we een schotelantenne gekocht. Niet om zenders uit Nederland te kunnen ontvangen, maar om wat Russische afwisseling te bieden aan het eentonige Kazachstaanse aanbod. Sinds enkele dagen doet de ontvanger het echter niet meer. Volgens de intensiteitsmeter is het signaal van de satelliet praktisch nul. Omdat de antenne stevig verankerd is aan de muur is het onwaarschijnlijk dat hij niet meer goed gericht is, daarom is het waarschijnlijk een probleem met de LNB zelf.
De antenne is van een Russisch type. De schotel is 1,80 meter in doorsnede en de LNB bestaat uit een eenvoudige buis waarin een (keramische?) plaat in de buis is geplaatst. Die plaat zit niet heel stevig in de buis en het is daardoor aannemelijk dat de plaat verschoven of gevallen is.
Gelukkig hangt de schotel niet erg hoog. Staande op een stoel kan ik net met mijn hand in de LNB voelen wat daar aan de hand is. Het voelt vreemd aan, net of er bladeren in de LNB gevallen zijn, wat natuurlijk vreemd is omdat de LNB naar beneden hangt waardoor er niets in kan vallen. Als ik mijn hand terugtrek valt er iets wits uit. Een rond papieren wespennest met de afmetingen van de LNB. Eén van de wespen heeft kans gezien mij in mijn vinger te steken. Gelukkig niet ernstig.
De satellietontvanger doet het weer, maar de wespen zijn niet zo happy. Kennelijk vonden ze de op de kop hangende buis een ideale plaats om een nest in te bouwen. In het vervolg kijk ik wel uit met het repareren van de schotel. Dat is maar een gevaarlijk beroep.
Nathalie is nu twee maanden oud en is zich al helemaal bewust van de wereld om zich heen.
Veel Kazachen vragen zich af waarom wij een Lada Zhiguli gekocht hebben en niet een innamarke, het woord dat gebruikt wordt voor alle auto’s die van buiten de voormalige Sovjet Unie afkomstig zijn. Het antwoord is simpel. Met een Audi of Mercedes—de meest voorkomende buitenlandse merken hier—is het niet zo gemakkelijk om over de hobbelige bergweggetjes te rijden. En een Toyota Landcruiser is misschien wel comfortabeler, maar wel erg lastig met de dichtstbij zijnde fatsoenlijke garage op 650 kilometer afstand.
Hier bevoorraden we de boerderij. Op het dak 100 kilo voer voor de varkens en in de kofferbak 60 liter benzine voor de vrachtwagen en de jeep. Op dit soort ritten merk je waarom de keuze van de fabriek voor een lange veerweg—die op asfaltwegen niet altijd even ideaal is—toch nog niet zo’n slechte keuze is geweest.
De hooitijd in Kazachstan valt in het algemeen vroeger dan in Nederland. In de droge warme gebieden wordt al in mei begonnen met het maaien en binnenhalen van het hooi. Eind juni is het zo warm dat het gras in de lage gebieden volledig verdord is. Alleen op de berghellingen kan er dan nog gemaaid worden. Vroeger werd het hooi los in de hooiberg gelegd, maar er zijn steeds meer boeren die zich het persen van pakjes kunnen veroorloven. Sinds twee jaar maken mijn schoonouders ook gebruik van een pers. Vorig jaar werd die gehuurd, dit jaar voor het eerst met een eigen.
Op de foto worden de pakjes op de Zil vrachtwagen geladen voor transport naar de boerderij. Ruslan heeft de pakjes extra groot en vast geperst waardoor ze per stuk tussen de 20 en 25 kilo wegen. Het is dus voor te stellen dat de mannen aan het eind van de dag moe zijn.