Vandaag wordt ongetwijfeld weer een speciale belevenis. Uit onze keel en neus moeten monsters worden genomen voor bacterieel onderzoek om te kijken of Knufsik tijdens de geboorte extra gevaar loopt. Bovendien moeten enkele bloed- en urine onderzoeken bij Elmira gedaan worden.
Het bacteriologisch laboratorium is gevestigd in een los gebouw op het ziekenhuisterrein bij de Oerombayev kliniek. Het laboratorium behoort niet tot de kliniek zelf, maar is een overheidsinstelling. Mensen die de kosten niet zelf kunnen dragen dienen eerst bij een centraal kantoor in de stad een verklaring van onvermogen aan te vragen. Voor ons is dat duidelijk niet van toepassing. Wij kunnen de kosten van de onderzoeken zelf voldoen. Totaal komen de neus, speeksel, bloed en urine onderzoeken op 1880 Tenge, ofwel 11 euro.
Allereerst gaan we naar de dame—er werken hier alleen vrouwen—die monsters uit onze neus en keel gaat nemen. In Nederland zijn daarvoor speciaal gefabriceerde staafjes beschikbaar, keurig netjes geproduceerd en gesteriliseerd voor eenmalig gebruik. De spullen hier lijken meer uit de tijd van Pasteur te komen. Stukjes aluminiumdraad—ik herken het als de hier veel gebruikte elektriciteitsdraad—zijn op het uiteinde en halverwege omwonden met katoenweefsel. Deze monsterstaafjes van eigen fabrikaat zijn vervolgens weer in een reageerbuisje gestoken. Het katoenweefsel halverwege is wat dikker gewonden waardoor het als een prop het reageerbuisje afsluit tegen invallende bacteriën. Ik hoop maar dat ze vooraf deze eigenbaksels voldoende gesteriliseerd hebben.
Met een vetkrijtje wordt een volgnummer op de reageerbuisjes geschreven. 1 t/m 4 komt er op te staan. Ondanks dat het al twaalf uur is zijn we kennelijk de eerste klant vanochtend.
Nu moet Elmira haar bloed afgenomen worden voor een aantal onderzoeken. Dit gaat weer in een andere kamer. De apparatuur hier is verrassend modern. In een hoek staat een automatisch bloedanalyse apparaat met computersturing. De schermen zijn in het Engels dus dit apparaat is geïmporteerd. Het bloed wordt met wegwerpspuiten afgenomen. We zijn hier duidelijk in een modernere afdeling van het laboratorium aangekomen.
Voor een paar analyses moet Elmira’s bloed nog op een tweede plaats in het laboratorium worden afgenomen. Ook hier heeft men het niet erg druk zacht gezegd. De kamer is ongeveer vijf meter lang en twee meter breed. In de lange wand zijn vensters die op de straat uitkijken. Langs deze wand is een lange tafel geplaatst waaraan vier laboranten zitten.
Nou ja zitten… Pas na een halve minuut valt het mij op dat de eerste laborante wel erg stil over haar werk gebogen hangt. Nee, ze hangt niet, ze slaapt. De tweede is in een tijdschrift kruiswoordpuzzels aan het oplossen. De derde heeft een microscoop voor zich, maar er ligt niets onder. Verveeld draait ze aan de knoppen van de microscoop het objectief op en neer.
Wij moeten bij de laatste laborante zijn. Een Russische vrouw op leeftijd en van formaat. De overige drie zijn jongere Kazachse laboranten. Er is hier duidelijk sprake van overcapaciteit. De enige van de vier met lange ervaring doet de onderzoeken. De anderen mogen slapen, puzzelen of spelen. Op deze manier zal het niet lukken om de nieuwe generatie veel werkervaring bij te brengen vrees ik. In ieder geval is er één voordeel. Van wachtlijsten hebben ze hier nog nooit gehoord.
Over een uurtje zijn de resultaten klaar, behalve die van het bacteriologisch onderzoek. Dat onderzoek moet een week op kweek staan. Of we dus wat later op de dag even willen terugkomen. We stappen in de auto en zoeken een restaurant voor het middagmaal. Een uur en tien minuten later staan we weer op de stoep bij het laboratorium. Alle uitslagen zijn er, volgens oud Kazachse tradities op een klein vodje papier geschreven met een stempel erop. Want zonder stempel is een document geen document in dit land.