Voor de mensen die niet weten waar we Almaty de nacht doorbrengen: we slapen nooit in een hotel. Vlak bij het vliegveld zijn een aantal woonkazernes waarin met name oudere mensen wonen. Velen werkten vroeger op het vliegveld en een aantal baboeshkas (omaatjes) verdienen een centje bij door onderdak te verlenen aan passagiers. Sinds mijn eerste komst naar Kazachstan in 2002 hebben we er een aantal uitgeprobeerd en we hebben nu eentje gevonden die voldoet aan onze wensen. Geen kat in huis waar ik allergisch voor ben, en niet de hele dag het hemd van het lijf vragend of kankerend over de moderne tijd. Want verwacht voor de 3 euro per persoon per nacht niet de geneugten van een gewoon hotel.
Eten is niet onderdeel van het arrangement, maar rond het vliegveld zijn genoeg stalletjes en restaurants om voor een eenvoudige prijs te ontbijten of lunchen. Na het ontbijt is het zaak om naar het treinstation te gaan om daar kaartjes te kopen. In tegenstelling tot het Nederlandse systeem worden plaatsen in de treinen op naam verkocht, waardoor je een gegarandeerde zit- of slaapplaats hebt. Nadeel is dat je vooraf moet reserveren om zeker te zijn van een plek. Als we bij het station aankomen blijken alle aaneengesloten plaatsen al volgeboekt. Ruslan zal dus in een aangrenzende coupé moeten slapen. Zelf slapen Elmira en ik op de bovenste twee bedden van een vierpersoons coupé.
Eigenlijk vindt Elmira het reizen in een coupé maar overdreven luxe. Op de heenreis hebben ze in een gewone slaapwagon doorgebracht en dat voldeed prima. Ik leg echter uit, dat ik voor de komst van de familie over enkele maanden alle verschillende opties een keer uitgeprobeerd moet hebben om hun een goed voorstel van de mogelijkheden te kunnen doen. Bovendien sjouw ik vrij veel bagage mee die ik liever niet kwijt wil en dan is een vierpersoons coupé wat overzichtelijker dan een lange slaapwagon zonder compartimenten. Als we eind maart weer naar Almaty gaan zullen de slaapwagon uitproberen zeg ik toe. Uiteindelijk schaft ze daarom de dure kaartjes aan. Nu is duur wel een relatief begrip. Voor een afstand van meer dan 600 kilometer betalen we 18 euro inclusief huur van het beddegoed. In de slaapwagon kost dit 12 euro. De bus kost op dit traject 4 euro, maar van comfort kun je dan niet echt meer spreken. Dus in relatieve zin hadden we nu wel een dure oplossing, maar in vergelijking wat je in Nederland voor een dergelijke treinreis zou moeten betalen is het een lachertje.
Nadat de kaartjes gekocht zijn wil Elmira nog naar de markt om een broek voor Ruslan te kopen. Ik zie Ruslan’s gezicht betrekken. Hij heeft gisteren al bijna een dag op de markt doorgebracht en hij ziet de bui al hangen. Gelukkig vertrekt de trein niet al te laat in de middag dus het zal niet zo’n slopende tocht worden als gisteren het geval was. Ondanks de zes maanden oude Knufsik lijkt Elmira bijna onvermoeibaar bij haar zoektocht op de markt. Na een aantal stalletjes afgelopen te hebben—waarbij Ruslan het liefst bij het eerste stalletje al een broek had gekocht—wordt uiteindelijk een broek gevonden die aan alle eisen voldoet qua maat, kleur, materiaal, kwaliteit en prijs. Zichtbaar opgelucht trekt Ruslan hem aan en kijkt in de passpiegel. De broek wordt betaald en we kunnen terug naar het vliegveld. Om een hapje te eten en vervolgens met onze bagage naar het treinstation te vertrekken.
Baboeskha zag wel wat in Ruslan als aanstaande voor haar nog onbemiddelde kleindochter Natasha. Het is dan ook volgens ons geen toeval toen ‘s middags bij onze terugkeer Natasha op ons zat te wachten. Semi-nonchalant was ze haar haar aan het kammen toen we binnenkwamen. Natacha hebben we al eerder ontmoet. Haar vader is aan de drank en daarom brengt ze een groot deel van de tijd door bij haar oma. Ze heeft een koksopleiding gedaan maar werkt nu sinds ongeveer anderhalve maand op de auto-onderdelenmarkt in Almaty. Dat komt mooi uit. Ruslan heeft voor de oeazik en de vrachtwagen nog de nodige onderdelen nodig dus een mooie gelegenheid om het gesprek op een neutrale wijze te openen. Natasha loopt rood aan als Ruslan haar vraag wat een specifiek onderdeel kost. Ze begint wat te hakkelen en zegt dat ze het niet helemaal precies weet. Of ze er morgen op de markt naar mag vragen en mag terugbellen; telefoonnummers worden uitgewisseld.
We moeten onderhand naar de trein. Met onze koffers en tassen lopen we naar de weg. Daar staat een audi waarvan de chauffeur zijn ramen aan het wassen is. Elmira vraag hoeveel het zou moeten kosten naar het treinstation. Voor 300 Tenge (minder dan 2 euro) wil hij het wel doen. Een prima prijs dus de bagage wordt in de kofferbak geladen en wij stappen in. De chauffeur stapt achter het stuur en draait de contactsleutel om. Er gebeurt niets.
De sleutel wordt teruggedraaid en wederom volgt een startpoging. Weer niets. De chauffeur is echter geheel niet uit het veld geslagen en vertelt dat er door het wassen waarschijnlijk water in het contact is gekomen. Hij zal direct wel aanslaan. Na enkele minuten vruchteloos proberen stapt hij uit en opent de motorkap. Met een intelligente blik wordt naar de machinerie getuurd. Veel meer dan turen kun je bij een Audi niet, want de technologie is niet zo overzichtelijk als bij en Lada. Daar krijg je een weerbarstige motor praktisch altijd aan de praat door wat te rommelen met de bougiekabels of aan de carburator, maar bij een moderne westerse auto kun je dat wel vergeten. De klep wordt weer gesloten en met een verzekerde blik stapt de chauffeur weer achter het stuur. Nu moet hij het weer doen. De sleutel gaat om en er gebeurt niets. Wat heen en weer rammelen met de sleutel, dan een aantal startpogingen en plotseling horen we wat gebrom van onder de motorkap. De gevoelige snaar is kennelijk geraakt want de motor ontwaakt uit zijn slaap en slaat aan. Niet helemaal met het gezoem dat ik van dit merk gewend ben, maar niet zeuren, hij draait en we kunnen naar het station. In Nederland was elke taxiklant al gillend weggelopen, maar wij hebben zonder een blik van verontwaardiging, of zelfs maar een glimlach, bijna 10 minuten in de auto gezeten om deze chauffeur de mogelijkheid te bieden zijn centjes te verdienen. Welkom in Kazachstan.
Het treinstation Almaty-2 is niet ver van het vliegveld. Daarom is het misschien een goed idee bezoekers in het vervolg niet in een hotel in het toeristencentrum van de stad te stallen, maar in plaats daarvan in het hotel op loopafstand van het vliegveld. Dat scheelt een nachtelijke transfer van meer dan een half uur. Dat hotel wordt op dit moment wel verbouwd dus het is onduidelijk wanneer er daar mensen ondergebracht kunnen worden.
Almaty-2 is vergelijkbaar met zoveel stations van de voormalige Sovjet Unie. Een majestueus stationsgebouw met daarachter de perrons. Je loopt van het ene naar het andere perron door de rails over te steken. Niks geen tunnels, slagbomen en dergelijke. Gewoon naar links en rechts kijken of er geen verkeer aankomt. Er staat slechts één trein, de High Comfort trein naar Shymkent. Wagon 11 is iets voorbij de helft. Nadat de provodnik onze kaartjes heeft gecontroleerd sjouwen we de bagage naar binnen.
Dit type wagon vind je werkelijk op de hele wereld, uitgezonderd Nederland. Nederland is eenvoudig weg te klein om een slaaptrein te kunnen exploiteren. Net als je slaapt ben je alweer aan de andere kant van het land en moet je er weer uit. De wagon is ingedeeld in een negental coupés, elk met twee banken. Boven elke bank kan een bed neergeklapt worden. onder de banken en in een compartiment boven het gangpad kan de bagage worden weggestouwd.
Niet lang na het vertrek komt de provodnik langs. Het geld innen voor het beddegoed en in rap Russisch uitleg gevend over de wagon. Toiletten zijn aan beide einden, Warm water kan gratis uit de boiler getapt worden en een pot thee kan langs worden gebracht voor 100 Tenge (0,5 euro). Een restauratiewagon is er niet. Vermoeid door onze lange reis naar Almaty en de hectische activiteit daar klimmen Elmira en ik al gauw op ons bovenbed en vallen binnen een half uur in een diepe slaap.