De wereld is rond, en wordt kleiner
Moderne vormen van communicatie zoals internet maken de wereld steeds kleiner.
Veel mensen die voor de eerste keer horen dat ik getrouwd ben met een Aziatische vrouw en dat we daar gaan wonen en niet in Nederland vragen me of dat niet heel ver weg is. Maar ver is een relatief begrip. Toen mensen vroeger naar Canada of Australië emigreerden betekende dat vaak een keuze voor het leven. Contacten met familie en vrienden verbroken of alleen nog maar mogelijk via trage post of peperdure telefoonverbindingen. Ik herinner me dat ik toen ik jong was wel eens in het telefoonboek bladerde en vol ontzag de kosten voor internationaal telefoneren zag. Australië lag twintig jaar geleden rond de 10 gulden per minuut.
Als mensen vragen of het niet ver is geef ik meestal het antwoord dat de aarde rond is en dat waar je je ook bevindt het verste punt nooit meer dan 20.000 kilometer verwijderd is. Er is geen middelpunt, noch in Nederland, noch in Kazachstan. En nu sinds enkele jaren moderne communicatietechnieken hun intrede hebben gedaan zijn er ook geen afstanden meer.
Toen ik in 1997 mijn website begon had ik daar een pagina op staan waarin ik mijn allereerste ervaringen met internet uitlegde, onder andere met onderlinge internationale server verbindingen van 9.600 bits per seconde binnen Europa (Ik spreek nu over de periode 1989-1992 toen nog praktisch niemand wist wat internet was). In de huidige tijd van gigabit netwerken is dit getal bijna onvoorstelbaar maar tot voor enkele jaren geleden niet ongewoon. Pas toen tijdens de internet hype heel veel glasvezels in de grond en zeebodem zijn gestopt om aan de toenemende vraag van datatransmissie te kunnen voldoen kwamen ook de verre punten van de aardbol binnen bereik.
De kabelexploitanten realiseerden zich tijdens de internet hype niet (of wilden dat niet), dat ook moderne communicatie technologie onderhevig is aan de wetten van vraag en aanbod. De gigantische toename in beschikbare capaciteit bracht een direct zakken van de communicatietarieven met zich mee t.g.v. een moordende concurrentie. Eén van de slachtoffers hierin was het bedrijf KPN Qwest, dat zich puur had toegelegd op het beheren van deze grote transmissienetwerken.
Het is zonder meer waar dat de internet hype slachtoffers gekost heeft, niet in het minst bij de kleine belegger die zijn hoop had gevestigd op de steeds stijgende beurskoersen van hiermee geassocieerde ondernemingen. Maar we moeten nu niet klagen dat met het knappen van deze bubbel veel dingen verloren zijn gegaan. Veel geld dat indertijd in deze markt is gestopt is uiteindelijk niet in rook opgegaan en is geïnvesteerd in netwerktechnologie die nu nog grotendeels ongebruikt in de grond of op de zeebodem ligt. Bedrijven die de hype hebben overleefd gaan nu langzaam deze technologie inzetten voor het nut van het algemeen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan KPN die eerst ADSL over geheel Nederland heeft uitgerold en het komende jaar hetzelfde wil doen met digitale televisie. Dergelijke projecten waren nooit mogelijk geweest in een “conventioneel economisch model” waarin de baten tegen de kosten moeten opwegen. De (mis-)investeringen uit het verleden bieden nu de mogelijkheid om dergelijke grote projecten zonder veel extra kosten uit te voeren en daar proviteert uiteindelijk elke eindgebruiker van.
Het overschot aan communicatielijnen over de wereld heeft meer positieve gevolgen. Ondanks dat mijn vrouw op een verre plek op de wereld woont is het mogelijk om met € 0,15 per minuut vanuit Nederland met haar te bellen. Een bedrag dat in geen verhouding staat tot de kosten zo’n 20 jaar geleden en wat alleen het gevolg is van overinvesteringen tijdens de internet hype. Ook internet toegang is in geheel Kazachstan aanwezig en ondanks de grote afstanden doet men ook hier pogingen om internet via ADSL en andere moderne technologieën zoals satellietverbindingen van de grond te krijgen. Het zal niet lang duren of Kazachstan is net zo dicht bij internet als wij in Nederland.
Maar hoe dichtbij is de wereld nu? Vroeger was internet—en daarmee externe informatie—gevoelsmatig ver weg. Je moest met je modem een telefoonnummer bellen en inloggen. Dit kostte al gauw 40 seconden. Daarna zoeken naar de juiste informatie en dat moest snel, want elke minuut kostte geld. Niet alleen voor de telefoonlijn moest betaald worden maar de meeste internet aanbieders hadden ook een prijssysteem op basis van het aantal uren on-line per maand. Pagina’s die een minuut of langer deden om in te laden waren vrij gewoon. Er was zo’n vijf jaar geleden de regel dat als een website binnen 15 seconden zou inladen dat hij dan “snel genoeg” was. Naarmate een website verder weg lag ging het laden langzamer. Heel logisch was toen de gedachte. Dus praktisch gezien was informatie slechts mondjesmaat voorhanden, wilde je de kosten tenminste niet te hoog laten oplopen.
Die tijden zijn veranderd. De meeste mensen die deze pagina lezen zullen hem waarschijnlijk sneller op het scherm hebben gekregen dan binnen 15 seconden. Maar realiseren zij zich wel waar deze pagina vandaan komt? Alle tekst die nu gelezen wordt, en alle foto’s zijn opgeslagen op een server in Arizona in de Verenigde Staten. Toch voelt het dichtbij, omdat de inhoud dichtbij voelt. De fysieke afstanden die de gegevens over de kabel afleggen spelen geen rol meer in het bepalen van de gevoelsafstand tot een onderwerp. Niemand zal nu plotseling stoppen met lezen van dit artikel omdat hij zich realiseert dat het een “ver van mijn bed” verhaal is. De afstand wordt niet primair bepaald door het aantal kilometers, maar door het gevoel, de betrokkenheid van een onderwerp. En dat overbrugt heel gemakkelijk internationale grenzen.
Ook de website van Wild Natures staat in de VS op een webserver. Het was tien jaar geleden nog ondenkbaar dat een reclameuiting voor vakanties in een republiek van de voormalige Sovjet Unie, specifiek gericht op een Nederlands publiek uitgevoerd zou worden vanaf een computer in de VS. Toch is het nu de praktijk en het integreert prima in onze huidige belevingswereld. De meesten zullen zich er zelfs niet eens van bewust zijn. De wereld wordt steeds kleiner en heeft geen middelpunt meer.
Tot slot nog een kleine uitleg waarom ik gekozen heb voor een server in de VS en niet in Nederland. Tot recentelijk heb ik mijn sites volledig gehost in Nederland bij internet provider xs4all; een internet provider voortgekomen uit een hackers groep. Zij hadden in 1999 toen ik deze keuze maakte meer kennis en betere technologie in huis dan andere providers en konden zich daarmee profileren in de markt. Op dit moment is internet echter een massaproduct geworden. Elke aanbieder levert vergelijkbare producten en onderlinge kwaliteit of kennis is veel minder een keuzecriterium. Wel heeft xs4all—en met haar praktisch alle internet aanbieders—verzuimd de winst die ze hebben behaald door snellere technologieën en goedkopere hardware terug te berekenen aan de klant in de vorm van prijsverlagingen of extra faciliteiten. Deze voordelen zijn wel in de VS in de tarieven doorberekend waardoor het daar mogelijk is een website te plaatsen met meer mogelijkheden voor slechts 10% van de prijs in Nederland.
Lammert