Kazachstan en de vogeltrek
Zhabagly ligt niet ver van Chokpak, een pas tussen het Karatau en Tien Shan gebergte in het zuiden van Kazachstan. Het Tien Shan gebergte loopt van Oost naar West en gaat in zuidelijke richting uiteindelijk over in de Himalaya. De Karatau staat daar bijna loodrecht op en loopt van Zhabagly in noordwestelijke richting het droge land in. Beide gebergten samen werken als een fuik waarin wolken die van het Aralmeer en de Kaspische zee opstijgen gevangen worden. Aan het eind van de fuik stuwen de wolken omhoog tegen de bergehelling en het water valt eruit als regen. En juist op die plaats ligt—niet verwonderlijk—het Aksu-Zhabagly natuurreservaat.
De fuikwerking van de bergen heeft nog een effect. Op het laagste punt—de Chokpak pas—worden de trekvogels samengedreven. Hierdoor kan hier zowel in het voorjaar als in de herfst uitstekend onderzoek plaatsvinden naar de vogeltrek. Het is niet voor niets dat hier Kazachstan’s grootste vogelvangstation is gevestigd waar zo’n 65% van alle ringactiviteiten van het hele land plaatsvinden.
Op de foto hieronder zijn de netten te zien waarmee de laagvliegende vogels worden gevangen. Het zijn netten van behoorlijke afmetingen, de masten zijn zo’n 15 meter hoog.
Overigens is het station zelf niet luxueus uitgerust. Op de foto het door de Europese hulporganisatie Tacis geschonken onderzoekshuis. De onderzoekers slapen zelf ‘s nachts in de tenten die op het terrein zijn opgesteld.