20 Oct 2006

Naar Chokpak

Categorie: Dagelijkse leven — lammert @ 13:18

Het stormt behoorlijk vanuit het westen. Periodiek komen regenbuien overwaaien. Voor de toeristen die we op dit moment in huis hebben is het geen weer om ver het natuurreservaat in te gaan, maar het vogelringstation in de Chokpak pas is een goed alternatief. De vogeltrek in Kazachstan vindt in de herfst van oost naar west plaats. De trekvogels verlaten het kouder wordende Siberië en trekken ten noorden van het Tien Shan gebergte richting Oezbekistan, het Midden Oosten met voor sommigen als eindbestemming zelfs Afrika. De smalle Chokpak pas tussen het Karatau- en Tien Shan gebergte is één van de weinige hindernissen die de vogels hierbij in Kazachstan tegenkomen.

Het heeft ook hier geregend en er staan behoorlijke modderpoelen op de zandpaden naar het ringstation. De plek blijkt zelfs met onze Sovjet auto nog moeilijk bereikbaar. Op enkele honderden meters afstand van het station blijven we steken op een grashelling. Bij het keren slippen de wielen en om niet nog verder in de problemen te komen laten we de auto staan en bellen voor assistentie van mijn schoonvader’s jeep. In de tussentijd kunnen wij de activiteiten op het ringstation bekijken.

Van een hindernis voor de vogels is—zeker met het weer van vandaag—zonder meer sprake. De wind blaast met kracht uit het westen en wordt tussen de bergketens over de Chokpak pas in oostelijke richting geblazen. De vogels hebben maar één doel, zo snel mogelijk naar het westen, en om daar te komen vliegen ze boven de Chokpak pas uit alle macht vaak maar een halve meter boven de grond om aan de andere kant te komen. Het is als toeschouwer bijna een komisch gezicht. Een vlucht vogels op ooghoogte slechts enkele meters voor je, soms enkele meters terrein winnend als de wind even afneemt, dan weer tien of meer meters teruggeworpen met een nieuwe windvlaag. Juist op de plek waar de meeste vogels de tocht wagen zijn de Helgoland traps van het Chokpak ringstation opgesteld.

4000 schat Arman—één van de medewerkers van het station—zal het aantal te ringen en te onderzoeken vogels vandaag bedragen. Hij wijst op de korven die buiten het telhuisje zijn opgesteld en die nog moeten worden geopend. Per korf zitten er zeker zo’n honderd vogels in en dit is nog maar de vangst van één van de drie Helgoland vangnetten. Baas Andrei Gavrilov is enkele dagen op stap om vogels op een andere lokatie te tellen, maar gelukkig hebben ze assistentie gekregen van Ljena Tsjelikava die normaliter in het Aksu-Zhabagly natuurreservaat onderzoek doet. Ondanks de extra hulp zien de medewerkers er moe uit. De twee maanden van eenvoudige accommodatie en elke dag de hellingen op- en aflopen om de netten te controleren heeft zijn tol geeist. Gelukkig mogen ze over enkele weken als het trekseizoen voorbij is terug naar huis in Almaty om hun gegevens te ordenen en verder onderzoek te doen.

Interessant is te horen dat er regelmatig onderzoekers uit verschillende landen langskomen om onderzoek te doen naar de verspreiding van de vogelgriep. Omdat de Chokpak pas een nauwe trechter is waar alle trekvogels richting Midden Oosten en Afrika langs moeten is het een ideale plek om monsters te nemen en in laboratoria in Engeland en de Verenigde Staten te onderzoeken. Tot nu toe is volgens Arman in geen enkel monster het gevaarlijke H5N1 virus aangetroffen. De kans daarop acht hij voorlopig ook niet zo groot, omdat het virus tot nu toe voornamelijk is gevonden bij grotere en waterminnende vogels zoals ganzen en zwanen en die trekken niet via de Chokpak pas, maar noorderlijker via Siberië naar Europa.

2 queries. 0.037 seconds.