4 Jan 2006

Overspanningsbeveiligingen, een praktijkvoorbeeld

Categorie: Dagelijkse leven — lammert @ 20:23

Ik heb al enige keren aandacht besteed op mijn weblog aan overspanningsbeveiligingen. Zelf heb ik hier een paar beveiligingen in elkaar gesoldeerd die bij het minste of geringste de stroomtoevoer naar gevoelige gebruikers afschakelen. Voor onze televisie, videorecorder en aanverwante apparatuur maakten we tot nog toe gebruik van een in de winkel gekochte beveiliging.

In het moderne rustige Nederland is er praktisch geen reden meer om overspanningsbeveiligingen te plaatsen om apparatuur te beschermen. De stroomtoevoer is constant en pieken of storingen op de lijn zijn een zeldzaamheid. Bij ons zijn er twee redenen waarom een dergelijke beveiliging wel handig is. Ten eerste lopen de elektriciteitsleidingen boven de grond waardoor de kans op blikseminslag reëel is. Bovendien is er hier een ander groot gevaar: de mens. Ongeveer twee keer per jaar presteren elektromonteurs van het elektriciteitsbedrijf het hier om een faselijn met de nuldraad te verbinden. Het resultaat is dat er dan tijdelijk 380 Volt op de lijn komt te staan waar weinig apparatuur tegen bestand is.

Enkele maanden geleden is hier in Zhabagly blikseminslag op de bovenleiding geweest. Dit heeft tot gevolg gehad dat mijn zelf in elkaar gebakken beveiliging keurig zijn werk heeft gedaan en de varistor en zekering die ik had geplaatst de er achter hangende apparatuur van de ondergang heeft gered. Ook de televisie, satellietontvanger en andere apparatuur achter de gekochte beveiliging waren nog heel en vandaag heb ik gekeken op welke manier de beveiliging de blikseminslag heeft verwerkt.

Er is duidelijk sprake geweest van een grote steekvlam. De kleur van de onderdelen is nog nauwelijks zichtbaar en in de ronde varistor rechts is een gat te zien in de behuizing waar hij open gesprongen is door de grote stroom die er doorheen is gelopen.

Een overspanningsbeveilging na een blikseminslag

Op de tweede foto zien we de printplaat na demontage. Rechts voor de printplaat ligt een kern van wat waarschijnlijk een derde varistor is geweest. Door de hitte is het centrum gesmolten. Het zal duidelijk zijn, de beveiligingsfunctie van deze overspanningsbeveiliging is er niet meer. Maar hij heeft zijn werk gedaan en de schade is nu beperkt gebleven tot de aanschaf van een paar euro aan onderdelen, of op zijn hoogst een nieuwe overspanningsbeveiliging.

Overspanningsbeveiliging met gesmolten onderdelen

Kartonnen windschermen

Categorie: Dagelijkse leven — lammert @ 15:48

Het vriest hier. ‘s Nachts zo’n 20 graden, maar overdag blijft het ook nog ver beneden het vriespunt. Ondanks die vrieskou zijn we geregeld op stap met onze auto en hij is prima bestand tegen deze omstandigheden. Zelfs de kachel hoeft nog niet op zijn maximale stand, wat wel wat zegt over de weersomstandigheden waar de ontwerpers rekening mee hebben gehouden.

Toch zien we hier vrij veel auto’s rondrijden waarvan de eigenaar de grille heeft dichtgeplakt met kartonnen dozen, plasticzakken of wat hij maar thuis kon vinden. Het gekke is dat het hier meestal auto’s betreft waarbij dat niet nodig is, zoals Audi’s. Het tegen de kou beschermen van de motor stamt nog uit de oude tijd. Auto’s van origineel Sovjet ontwerp hebben een dergelijke aanpassing vaak nodig, maar voor moderne automobielen is het volstrekt overbodig. Een kleine uitleg is denk ik op zijn plaats.

Een verbrandingsmotor werkt op basis van het principe dat een brandstof (benzine, gas of dieselolie) in een kleine ruimte gecontroleerd tot ontbranding wordt gebracht. De mini-explosie die hierdoor ontstaat drijft een zuiger naar boven. Tijdens deze opgaande beweging wordt een zuiger in een andere cylinder in positie gebracht zodat daar een nieuwe ontploffing kan plaatsvinden. Een serie van ontploffingen levert op- en neergaande zuigers op die via een krukas hun beweging omzetten in een draaiende beweging. Die draaiende beweging drijft vervolgens de auto aan.

Een verbrandingsmotor kan nooit met een rendement van 100% werken. Er zijn fysische wetten die dat beletten en met moderne motoren lukt het om iets meer dan veertig procent van de energie die vrijkomt om te zetten in nuttige beweging. De overige zestig procent wordt omgezet in warmte. Dit betekent, dat bij elke kilowatt aandrijfvermogen een motor ongeveer anderhalve kilowatt afvalwarmte levert. Dat is nogal wat.

Een reguliere auto heeft ongeveer 30 pk aandrijfvermogen nodig om een snelheid van 120 kilometer per uur te handhaven. Uiteraard verschilt dit afhankelijk van het model en gewicht van de auto, maar het is een goed uitgangspunt van deze rekenactie. 30 pk komt overeen met ongeveer 22 kilowatt aandrijfvermogen. Een auto die 120 kilometer per uur rijdt produceert dus in zijn motor 33 kilowatt aan warmte.

Hoeveel is 33 kW? Het lijkt een abstract getal, maar dat valt wel mee. Een elektrische bijzetverwarming levert ongeveer 2 kW. Een kleine gashaard voor bijvoorbeeld een keuken 6 kW en een gashaard voor een grote kamer 10 kW. Een centrale verwarmingsinstallatie tenslotte waarmee een compleet huis kan worden verwarmd zal rond de 20 kW kunnen genereren aan warmte.

Dus resumerend, een 120 kilometer per uur rijdende auto produceert in zijn motor meer afvalwarmte, dan een reguliere centrale verwarmingsinstallatie voor een woonhuis. Dat is nogal wat. Nu zullen de auto’s in de winter hier in Kazachstan geen 33 kW produceren aan warmte, want de snelheid ligt gezien de weggesteldheid meestal niet boven de vijftig kilometer per uur. Maar tien tot vijftien kilowatt zal er altijd wel vrijkomen en dat is nog steeds een hele hoop. Wat gebeurt er nu met al die energie die vrijkomt?

Allereerst is er natuurlijk de nuttige inzet van die energie om de ruimte te verwarmen waar de bestuurder en de passagiers zitten. Ondanks dat die ruimte rondom voorzien is van enkel glas, de rest van het omhulsel uit niet veel meer bestaat dan wat blik met een plastic binnenwerk en de koude wind langsraast met dezelfde snelheid als de auto rijdt, komt er zoveel restwarmte vrij uit de motor dat het gemakkelijk lukt om die ruimte binnen enkele minuten op temperatuur te krijgen.

De afvalwarmte die een motor genereert is zo groot, dat het restant moet worden vernietigd, dat wil zeggen dat het op onschadelijke wijze aan de omgeving wordt overgedragen. Praktisch alle verbrandingsmotoren zijn hiertoe voorzien van een waterkoeling. In het motorblok bevindt zich een doolhof van kanalen waardoor water—of liever een koelvloeistof die niet gemakkelijk bevriest—stroomt om de overtollige energie van het verbrandingsproces af te voeren. Een deel van die warme vloeistofstroom wordt naar de kachel geleidt, de weg die de overige vloeistof aflegt is afhankelijk van de complexiteit van het koelsysteem. Hier is waar de kartonnen afscherming van de radiator in beeld komt.

Bij de oude Sovjet ontwerpen—zoals onze Zil vrachtwagen of de Oeazik legerjeep van mijn schoonouders—stroomt de koelvloeistof standaard naar de radiator. Daar wordt hij gekoeld door de rijwind. Als de auto sneller rijdt zal er meer rijwind ontstaan waardoor er een automatische compensatie is voor het extra koelvermogen dat nodig is bij snel rijden. De ingenieurs zijn hierbij uitgegaan van een gemiddelde buitentemperatuur. Bij extreme omstandigheden moet de chauffeur maatregelen nemen. Eén van die extreme omstandigheden waar de ontwerpers wel altijd rekening mee hebben gehouden is stilstand. Wanneer een auto stil staat is er geen sprake van rijwind. Toch genereert een motor nog behoorlijk wat restwarmte wanneer hij op stationaire snelheid loopt. Hiertoe hebben dergelijke auto’s een ventilator die direct door de krukas, of via een V-snaar wordt aangedreven. De snelheid waarmee de ventilator draait is evenredig met de omwentelingssnelheid van de motor.

‘s Zomers moet een chauffeur alert zijn op oververhitting van de motor. Vaak rijden Zil vrachtwagens dan met de motorkap een centimeter of vijf open zodat er extra lucht wordt gehapt. De oude bussen waar de motor achterin is geplaatst hebben een zijdeur die kan worden opengezet tegen de rijwind in. Zo wordt er tijdens het rijden extra lucht geschept. ‘s Winters moet de rijwind beperkt worden om te extreme koeling via de radiator te voorkomen. In dat geval sluit men (een deel van) de radiator af met een stuk zeil, karton of wat maar voor handen is.

Moderne complexere ontwerpen van koelsystemen verschillen op twee manieren van de oude Sovjet ontwerpen. Ten eerste is de koelventilator niet vast aan de krukas bevestigd, maar wordt die aangedreven via een elektromotor. De elektromotor reageert op de temperatuur in de radiator. Overschrijdt die een kritische grens (vaak ingesteld op ongeveer negentig graden) dan schakelt de ventilator aan en genereert kunstmatige rijwind. Dit heeft twee voordelen. Ten eerste werkt de ventilator alleen wanneer dat nodig is waardoor de temperatuur van de koelvloeistof constanter blijft. Bovendien zorgt een elektrische ventilator voor minder benzineverbruik. In een artikel over het afstellen van motoren in oude Rover modellen op internet las ik laatst dat de vaste ventilator die op die Rover motoren zit maar liefst 7 pk aandrijfvermogen kost. Dat betekent dat een apparaat dat je meestal niet nodig hebt wel altijd een hoop benzine opslorpt.

Een tweede uitbreiding in moderne koelsystemen is de thermostaatklep. Zoals gezegd stroomt bij het eenvoudigste ontwerp van een koelsysteem de koelvloeistof altijd door de radiator. Bij een complexer koelsysteem is een thermostaatklep ingebouwd die de toevoer naar de radiator regelt. Bij koude koelvloeistof stroomt het direct terug het motorblok in. Alleen wanneer de koelvloeistof een bepaalde temperatuur overschrijdt wordt de thermostaatklep naar de radiator geopend. Bij de meeste verbrandingsmotoren is de thermostaatklep zo afgesteld dat bij ongeveer 80 graden alle koelvloeistof via de radiator loopt.

Wat betekent dit nu voor de kartonnen afscherming van de radiator bij moderne motoren? De ventilator zal ‘s winters sowieso niet werken, en er zal alleen koelvloeistof naar de radiator stromen als dat nodig is om overtollige warmte af te voeren. Met andere woorden, die afscherming heeft weinig tot geen effect. De watertemperatuur van onze Lada Zhiguli blijft volgens de meter constant op 80 graden, ongeacht de weersomstandigheden, en ondanks het feit dat de rijwind vrij spel heeft.

En die kartonnen dozen en zakken? Ach, een overblijfsel uit oude tijden. Echt schadelijk is het niet zolang de motortemperatuur maar niet te hoog wordt, al blijft het wel een lachwekkend gezicht wanneer je een Audi langs ziet rijden waarvan de grille is volgepropt met plastic zakken.

3 Jan 2006

Koffiezetapparaat

Categorie: Dagelijkse leven — lammert @ 17:47

“Alle mensen zijn gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk.” Dat geldt ook voor koffie. Hier in Kazachstan drinkt men gewoonlijk oploskoffie van het merk MacCoffee, en voor wie het kan betalen Nescafé. Het laatste wordt als het summum op het gebied van koffie gezien. Enkele jaren geleden ben ik hier al begonnen met het introduceren van nieuwe en lekkerder koffiesoorten. Zo zijn we hier langzaam via Nescafé Gold gemigreerd naar Moccona continental Gold, het hier in Kazachstan maximaal haalbare op het gebied van oploskoffie.

Elmira heeft de afgelopen twee maanden gebivakkeerd in Nederland en is daar gewend geraakt aan de “echte” koffie uit een koffiezetapparaat met filter. En dan is de oploskoffie een behoorlijke stap terug. Vanuit Nederland hebben we een postpakket verzonden met daarin onder andere een pak koffie en ja, dan kan het kopen van een koffiezetapparaat natuurlijk niet uitblijven.

Vandaag hebben we dat koffiezetapparaat gekocht en omdat het postpakket nog niet aangekomen is ook een pak filtermaling koffie. De beschaving slaat hier echt toe. Op de foto demonstreert Nathalie wat je zoal met het nieuw aangeschafte product kunt doen.

Nathalie demonstreert het koffiezetapparaat

2 Jan 2006

Hemelverwarming

Categorie: Dagelijkse leven — lammert @ 20:37

Soms word je door toevalligheden herinnerd aan gebeurtenissen jaren geleden. Ooit ben ik mijn carrière in de technische automatisering begonnen in een verlaten scheepsbouwloods in Westerbroek niet ver van Groningen. Het gaf mij de gelegenheid om rustig de daar opgestelde hydraulische profielbuigmachine te optimaliseren zonder pottekijkers of concurrenten over de vloer.

‘s Winters was het er in die loods echter koud. Bij een buitentemperatuur van -5 graden werd binnen -4 graden gemeten, en dat ondanks de twee opgestelde kachels die samen zo’n 50 kilowatt leverden. Die warmte moest benut worden om de machine en hydraulische olie enigszins op temperatuur te houden en kwam niet ten goede aan de er werkende mens. Laat ik erbij vermelden dat ik die winterse perioden nooit ziek ben geweest. Van kou word je niet ziek, daar kun je je op kleden, aanpassen aan overmatige warmte is veel moeilijker.

Het was niet gek dat in die loods de temperatuur nauwelijks omhoog te porren was. Door de vele gaten in het dak verdween de warme lucht bijna net zo snel als we ze op de vloer met de kachels probeerden aan te maken. Gekscherend spraken we in die tijd dan ook van hemelverwarming.

De term hemelverwarming kwam weer bovendrijven nadat we al enkele dagen in een steenkoude slaapkamer hier in Kazachstan hadden gelegen. Ondanks de centrale verwarming waarover ik ook nog wel het nodige kan schrijven bleek het bijna niet mogelijk de temperatuur in de slaapkamer tot een aangenaam niveau te brengen.

Bij de traditionele Kazachse bouwwijze worden de muren uitgevoerd van ca. 50 centimeter dik leem. Leem isoleert warmte beter dan baksteen of beton dus zelfs bij extreme temperaturen zorgt een dergelijke muur voor een behoorlijke isolatie. De ramen zijn in het algemeen vrij klein, dubbel en kiervrij gemaakt dus ook daardoor valt het warmteverlies wel mee.

De enige warmtelek in een Kazachs huis is het plafond. Dit bestaat in ons geval uit triplex dat tegen balken is gespijkerd met daar bovenop een dun laagje leem. En daarboven… niets dus. Alleen een uit metaalplaten bestaand dak waar de wind heerlijk onderdoor kan suizen.

Je hoeft dus niet zoals ik een technisch fysicus te zijn al helpt dat wel bij het afschatten van een dergelijk probleem om te snappen dat het plafond in ons geval waarschijnlijk voor de grootste afvoer van warmte zorgt. De temperatuur is tegen het plafond het hoogst vanwege de opstijgende warme lucht dus er staat een groot temperatuursverschil tussen beide zijden. Daaraan valt weinig te veranderen, maar wel aan de isolatiewaarde.

Voor de bouw van ons huis hebben we in het verleden al de nodige gereedschappen en bouwmaterialen gekocht. Zo liggen er reeds geruime tijd een aantal rollen glaswol in de schuur. Veel bouwmaterialen zijn alleen in Shymkent of Almaty te koop en wanneer we daar zijn voor reguliere zaken nemen we graag een hoeveelheid zaken mee terug naar Zhabagly zodat we daar langzaam een voorraad van kunnen opbouwen. Glaswol is daarbij ideaal omdat het niet zwaar is. Gemakkelijk mee te nemen op de imperiaal dus.

Vandaag hebben we twee rollen uitgerold over de balkenlaag boven de slaapkamer. Het effect was direct merkbaar. Waar we de afgelopen dagen nog de elektrische kachel op stand 2 (2000 Watt) moesten laten draaien om de slaapkamer bij te verwarmen tot enigszins aanvaardbare temperaturen kan nu de radiator van de centrale verwarming het zelfstandig aan. En dit terwijl het buiten vandaag nog meer vriest dan gisteren. De Kazachen stonden versteld dat zo’n kleine actie die in minder dan een uur voltooid was zo snel tot resultaat zou kunnen leiden. Ongetwijfeld zullen de plafonds boven de andere kamers nu snel volgen.

Russisch of Kazachs?

Categorie: Column — lammert @ 20:35

Kazachstan heeft twee officiele talen, Het Kazachs en het Russisch. Het Kazachs wordt door ongeveer tweederde van de bevolking gesproken, het Russisch door praktisch iedereen. Op de scholen in Kazachstan kunnen ouders kiezen of hun kinderen onderwijs krijgen in de Kazachse taal of in het Russisch, alle lessen worden in beide talen aangeboden.

Sinds de onafhankelijkheid hebben met name de mensen op het platteland de neiging naar het Kazachs over te gaan. Een gevoel van nationalisme misschien, of afkeer van het oude communistische regime. Dit is bijvoorbeeld merkbaar in Zhabagly waar een aantal jaren geleden de Kazachse en Russische klassen nog redelijk in evenwicht waren, maar tegenwoordig de Kazachse klassen overvol zitten en de Russische bijna leeg zijn. Vijf tot tien kinderen per klas is geen uitzondering. Een probleem is, dat van het Kazachs vele dialecten bestaan. Elmira’s vriendin Assyl bijvoorbeeld die oorspronkelijk uit de regio van Astana komt spreekt van huisuit een versie van het Kazach die voor de zuidelijke Kazachen in onze regio nauwelijks te verstaan is. Het zuidelijke Kazachs kent veel elementen uit de Oezbeekse taal. Er zijn nieuwe woordenboeken voor het Kazachs opgesteld waarin de grootste gemene deler van de woorden uit het gehele land is meegenomen, maar voor veel mensen betekent dit een vervreemding van hun eigen originele taal. Veel kinderen spreken daardoor Kazachse woorden die ze op school geleerd hebben maar die door hun ouders niet worden begrepen.

Het gekke is, dat de tendens zoals die op het platteland merkbaar is, in de stad totaal afwezig is. Op de markten is de voertaal Russisch, in de bussen in Almaty zijn alle aanplakbiljetten Russisch en ook de haltes worden in het Russisch omgeroepen. Het viel Elmira zelfs op dat in het vliegtuig terug naar Kazachstan heel veel etnische Kazachen aanwezig waren, maar dat ze onderling allemaal Russisch spraken.

Er lijkt hierdoor een tweedeling in de maatschappij te ontstaan. De armere en afgesloten bevolking op het platteland neigt naar de Kazachse taal, terwijl de rijke stadse bevolking volledig in het Russisch communiceert.

Heel duidelijk werd dit verschil twee dagen geleden merkbaar toen president Nazerbayev op de televisie zijn nieuwjaarstoespraak hield. Hij hield zijn toespraak zowel in het Kazachs als in het Russisch, maar de toespraak in het Russisch was veel langer en bevatte veel meer details dan de Kazachse versie. Ook zijn er tegenwoordig veel gesprekken tussen Rusland en Kazachstan over verdere samenwerking. Iets waar de Russen veel baat bij hebben vanwege de overvloed aan delfstoffen in dit land en de aanwezigheid van de lanceerbasis Baykonur.

Naar mijn inschatting is de piek van het gebruik van de Kazachse taal daarom geweest en zal om praktische redenen het Russisch langzaam de plaats van die taal opnieuw gaan innemen. Uiteraard blijft er een plaats voor lokale talen—net zoals er een plaats is voor het Fries en andere streektalen binnen Nederland—maar in de algemene omgang zal m.i. het Russisch het Kazachs op den duur volledig gaan verdringen.

Gezien de internationale manier waarop Nathalie zal opgroeien zullen we haar zonder twijfel de Russische klassen laten volgen hier op de school in Zhabagly. Dat geeft meer mogelijkheden naar de toekomst dan het leren van een taal die slechts door zo’n tien miljoen mensen gesproken wordt en praktisch geen geschiedenis kent op het gebied van literatuur of wetenschap.

Standaardisatie

Categorie: Dagelijkse leven — lammert @ 10:14

Standaardisatie, een groot probleem in de Westerse wereld. Wat zou het mooi zijn wanneer alles gestandaardiseerd was. Geen kraampjes meer op de markt waar honderden verschillende maten stofzuigerzakken kunnen worden gekocht, Niet meer op vakantie hoeven met in de tas een verloopstekker voor de vele verschillende stopcontacten die er in de wereld zijn.

Helaas is het nog niet zover, althans niet op alle punten. Enkele weken geleden heb ik in Nederland bij Vogelzang’s Snuffelhoek in Donkerbroek een schenktuit voor een jerrycan gekocht. Vogelzang’s Snuffelhoek is een speciale winkel. Aan de ene kant is het een winkel voor huishoudelijke zaken waar je potten en pannen kunt kopen, schroefjes, kinderspelletjes of je fotorolletjes kunt laten ontwikkelen, aan de andere kant is het een dumpzaak waar legerspullen te koop zijn maar bijvoorbeeld ook grote tenten gehuurd kunnen worden.

De schenktuit die ik gekocht heb is van het type dat op de 20 liter metalen jerrycans past die in het Nederlandse leger worden gehanteerd. Vandaag heb ik de schenktuit geprobeerd op de jerrycans van het Russische leger die wij gebruiken voor benzine en dieselolie en zowaar, het past als gegoten.

Waar stofzuigerfabrikanten het leven van huisvrouwen al jaren moeilijk maken door elke keer maar weer met een ander formaat stofzuigerzak op de proppen te komen hadden de legers op de wereld het al lang door. Ondanks de koude oorlog hebben ze zich in Oost en West geconformeerd naar één formaat jerrycan waarbij zelfs de afmeting van de schenkopening gestandaardiseerd is.

De Nederlandse schenktuit past prima op de Kazachse jerrycan

1 Jan 2006

Goede voornemens

Categorie: Dagelijkse leven — lammert @ 12:27

Goede voornemens, iedereen zit er vol mee bij het begin van het nieuwe jaar. Niet meer roken, afvallen, weet ik veel wat er dit jaar in Nederland allemaal weer gewenst wordt. Hoewel Elmira en ik niet echt veel goede voornemens hebben zijn er wel genoeg plannen. Eén van die plannen is dat we in 2006 zullen beginnen met de voorbereiding van ons bouwterrein voor de bouw van onze definitieve woning. Dat had eigenlijk al in 2005 gemoeten maar de geboorte van Nathalie en ons bezoek van twee maanden aan Nederland zorgde voor een wat andere planning.

Voorbereiding van het bouwterrein klinkt nogal vaag en laat ik die term daarom proberen te verduidelijken. We beschikken al een aantal jaren over een huis en hebben daarnaast twee jaar geleden een bouwterrein in het centrum van Zhabagly gekocht, tegenover het hoofdkantoor van het Aksu-Zhabagly natuurreservaat. Dit bouwterrein van 40 bij 80 meter moet uiteindelijk de plek worden waar wij ons definitief gaan vestigen. Achter op het terrein staan een paar oude majestueuse appelbomen.

Blik vanuit onze achtertuin

Eén van de eerste zaken die we willen gaan doen is het terrein omheinen. Niet onbelangrijk in dit land, want wanneer je hier een huis van kwalitatief goede materialen wilt bouwen dan moet je er allereerst voor zorgen dat een ander die materialen al niet meegenomen heeft voor je zelf aan bouwen toe bent. Deze omheining willen we in ieder geval aan de achterkant, en mogelijk ook aan de twee lange zijkanten, laten bestaan uit een gemetselde muur. Een stevige afscheiding tussen mijn en dijn, die we indien nodig aan de bovenkant ook nog van schrikdraad kunnen voorzien. Nu is dat schrikdraad nog niet nodig, maar wanneer we met de hele familie een maand of langer naar Nederland op familiebezoek gaan is een dergelijke beveiliging waarschijnlijk geen overbodige luxe.

Aan de achterzijde tegen de muur aan bouwen we een multifunctioneel gebouw. Dat klinkt heel gewichtig maar het wordt in feite een soort tuinhuis waar we eerst zullen gaan wonen totdat het uiteindelijke huis klaar is. Daarna wijzigt de functie tot weet ik veel. Misschien berging, misschien zomerhuis voor toeristen of een luxe onderkomen voor onze varkens; vandaar de term multifunctioneel. Overigens is dit in Kazachstan geen nieuw verschijnsel. Op veel van de erven in Kazachstan staan twee huizen. Eentje ter grootte van een fikse garage, het tweede met de afmetingen van een normaal huis. Veel gezinnen wonen in de zomer in het grote huis, maar kruipen ‘s winters in het kleine onderkomen omdat ze de stookkosten van de grote woning niet kunnen opbrengen. Niet dat dat bij ons het geval zal zijn, maar het geeft ons wel de mogelijkheid om tijdens de bouw van het uiteindelijke huis—die best enige jaren kan duren gezien de werkmethoden hier en de schaarste van goed personeel—enigszins ruimer en comfortabeler te wonen dan op dit moment het geval is.

Zoals ik al zei, dit is een plan, geen voornemen. Dus hoe dit uiteindelijk vorm zal krijgen zal in de komende maanden op de weblog te zien zijn. In het licht dat veel goede voornemens van mensen al in de eerste helft van januari stranden geef ik ons plan een goede kans.

17 queries. 0.050 seconds.