Ons bijdehandje
Sinds mijn terugkeer in Kazachstan heb ik nog maar weinig over Nathalie geschreven. Niet dat er niets over haar te vertellen is want ze is verschrikkelijk bijdehand en er gebeuren elke dag wel leuke dingen, maar de dagdagelijkse bezigheden zijn hier zo tijdrovend dat ik vaak niet verder kom dan het bijwerken van de weblog waar het de normale activiteiten van de dag betreft.
Nathalie is een ondernemend tiepetje. Ze kan nu lopen en dat doet ze ook. Altijd is ze onderweg. Of in huis om alle kamers te onderzoeken en met haar geliefde giraffe heen en weer te sjouwen, of buiten aan het zoeken naar stenen of plukken van bloemetjes. Met name op de tulpen die Elmira uit Nederland heeft meegenomen heeft ze het voorzien. Mooie kleurtjes en lekker groot, maar dat mag van pappa en mamma natuurlijk niet.
Nathalie’s voorliefde gaat echter uit naar het zoeken van sigarettenpeuken. Mijn schoonvader rookt en doet dat alleen buiten, waardoor er daar op ettelijke plaatsen de filterrestanten van sigaretten te vinden zijn. Nathalie heeft hier een perfect oog voor en weet ze op de meest vreemde plaatsen te vinden. We hebben al een aantal schoonmaakacties van het erf achter de rug en wij zijn er steeds van overtuigd dat we alle filters opgeruimd hebben, maar elke keer weet Nathalie ons weer te verrassen met een nieuwe voorraad.
Nathalie’s lievelingskleur is groen. Ze heeft recentelijk een aantal piepbeestjes gekregen en de groene kikker is haar duidelijke favoriet. Ook een groen konijntje van de buurvrouw kan ze zeer waarderen.
Dieren zijn haar grote favoriet. Wij hebben een klein hondje van zes weken waar ze heerlijk mee kan spelen. Ook als ‘s avonds de koeien van het dorp naar huis lopen staat ze graag bij één van ons op de arm naar de koeien te kijken. Oei-oei roept ze dan, het geloei van de koeien nadoend.
Wat betreft opvoeding zit er m.i. nogal een verschil tussen de Nederlandse en Kazachse aanpak. In Nederland worden kinderen zo lang mogelijk van onveilige situaties afgehouden. Een hekje bij de trap en dergelijke voorzieningen moeten er voor zorgen dat de kinderen niets overkomen. In Kazachstan waar het leven wat harder en onvoorspelbaarder is bestaat de aanpak uit het zo vroeg mogelijk vertrouwd maken van kinderen met gevaarlijke situaties. Zo is er in de televisiekamer een opstapje van een centimeter of 20 hoogte. Een gevaarlijke plek waar Nathalie gemakkelijk af zou kunnen vallen wanneer ze even niet oplet. Toen ze negen maanden oud was is mijn schoonvader avonden achtereen bezig geweest om Nathalie te leren bij dit opstapje op te klimmen en er weer op een goede manier af te kruipen. Hij deed dit door zelf al kruipend op het opstapje te klimmen en er weer vanaf te gaan. Zoals alle kleine kinderen leert Nathalie door kopiëren en nu klimt ze op dezelfde manier het opstapje op en af. Ook bij drempels of andere obstakels waar ze al lopende over zou kunnen vallen heeft ze nu zichzelf aangeleerd om door de knieën te gaan en al kruipend de hindernis te nemen. Zo hoeven wij niet bang te zijn dat haar bij een op- of afstapje iets overkomt.
Eten doet ze—om maar een lokaal gezegde te gebruiken—als een turfgraver. Nathalie eet met de pot mee en krijgt daar van alles wat grote mensen ook krijgen. Wat mij als eerste opviel na mijn terugkeer in Kazachstan was dat ook zaken als pinda’s hier aan kinderen opgevoerd worden. In Nederland geldt dat als gevaarlijk omdat ze zich er in kunnen verslikken, maar het gekke is dat hier de kinderartsen het aanraden. De reden die ze ervoor geven is dat met dergelijke grotere zaken de slokdarm wordt opgerekt waardoor kinderen gemakkelijker eten doorslikken. Het is een benaderingswijze en ik kan ze eerlijk gezegd geen ongelijk geven. Hoeveel kleine kinderen in Nederland hebben er geen problemen met eten? Onze Nathalie is duidelijk anders. Ze eet alles en lust alles, ook zaken waar haar pappa af en toe zijn neus voor ophaalt. Wat dat betreft kan ik nog wel wat van Nathalie leren.