Hoe leg je mensen uit Kazachstan uit hoe het in Nederland is? Een moeilijk probleem. Elmira is in Nederland geweest en heeft het nodige gezien, maar dat is de situatie van nu. Minstens zo belangrijk is om uit te leggen dat Nederland niet van de ene op de andere dag is opgebouwd. Iets wat de Kazachen wel graag willen geloven en ook denken dat dat met hun eigen land kan.
Zelf kom ik uit Donkerbroek, een dorp in Friesland met ongeveer 1900 inwoners. Zhabagly waar ik nu vertoef is een dorp van eveneens rond de 2000 inwoners op het platteland van Kazachstan. Veel overeenkomsten dus. Al vijftig jaar wordt van Donkerbroek periodiek een dorpsfilm gemaakt. De eerste film stamt van 1954 en is gemaakt op initiatief van de muziekvereniging De Bazuin uit Donkerbroek. Deze film heeft een lengte van ongeveer 1 uur en geeft een beeld van het leven in het dorp negen jaar na de tweede wereldoorlog. Deze en de volgende films zijn recent op DVD gezet en kunnen via de lokale middenstand worden aangeschaft voor 10 euro per stuk. Niet een grote uitgave voor een dergelijk historisch document. Niet alle DVD’s waren beschikbaar toen ik in Nederland was. Daarom ben ik met een drietal DVD’s teruggegaan naar Kazachstan met daarop de dorpsfilm van 1954, 1964, 1999 en een film van het dorpsfeest in 1988.
Om een DVD af te spelen dien je een DVD speler hebben en die was nog niet in ons bezit. Die hebben we daarom vandaag in Shymkent aangeschaft. Vanavond hebben vervolgens Elmira en haar ouders de dorpsfilm van 1954 en 1964 bekeken.
Alvorens verder te gaan is het goed om eerst een beeld te schetsen van de geschiedenis van Zhabagly. Het eerste huis in het dorp is rond 1910 gebouwd. Er werd snel duidelijk dat hier een rijk natuurgebied lag en in 1926 is het Aksu-Zhabagly natuurreservaat gesticht. In wat nu het centrum van het dorp is, is vervolgens een groot administratiekantoor gebouwd met huizen voor de werknemers. Het dorp heeft zich daarna langzaam uitgebreid waarbij huizen alleen door Russen en later door Wolga Duitsers zijn gebouwd. De Kazachen verbleven van oudsher in yurten—ronde nomadententen—en deze situatie bleef tot in de jaren zeventig bestaan. Een dorp met een handvol huizen en verder alleen tenten.
In de jaren tachtig werd bij Zhabagly een kippenslachterij gebouwd. De slachterij bood op haar top werk aan zo’n 1400 mensen en onderdeel van de bouw van de slachterij was de bouw van huizen voor alle werknemers in de omliggende dorpen. Met name in Zhabagly zijn in die tijd veel identieke huizen gebouwd—vrijstaand en twee onder één kap—waarmee het aanzicht van het dorp drastisch veranderd werd. Deze huizen zijn daarna betrokken door de tot op dat moment in tenten levende Kazachen, waardoor de yurten uit het dorpsgezicht verdwenen.
De actuele toestand van Zhabagly bestaat met andere woorden pas slechts een handvol jaren en de Kazachen denken bijna unaniem dat dat in het Westen ook zo is. De eerste film van 1954 was daarom wel even schrikken. Donkerbroek was op dat moment al een bron van activiteit met een eigen melkfabriek—één van de modernste van die tijd—een florerend KI station en een treinverbinding voor vracht- en personenvervoer. Er was (en is) een rijk verenigingsleven. Allemaal dingen waar men hier in Kazachstan nog maar van droomt. Enkele opmerkingen zoals die tijdens het bekijken van de film vielen:
- Wat zijn die stieren van het KI station groot, die zijn vast wel twee ton.
- Kijk, de mannen melken de koeien!
- Wat zijn die huizen recht gemetseld.
- Op alle huizen liggen dakpannen.
- Oh, maar bij ons was ook een muziekkorps (inderdaad ja, door de communistische partij gefinancieerd om de parades te begeleiden, maar geen vereniging door de bevolking zelf opgericht)
- Wat zou het goed zijn als in Kazachstan de mannen net zo hard wilden werken als in Nederland.
- Die melkfabriek uit 1951 is verder geautomatiseerd dan onze melkfabrieken op dit moment.
Eén film zegt meer dan duizend woorden. De dorpsfilm is nu al drie keer bekeken en er zullen ongetwijfeld nog vele malen volgen. Ze beginnen hier nu langzaam door te krijgen dat het bezit van een schotelantenne en een auto geen beschaving is, zelfs nog niet het begin van beschaving betekent. Met deze film kregen ze een blik in het verleden van Nederland, maar tegelijkertijd een blik in de toekomst van Kazachstan. Ze hebben hier nog een lange weg te gaan.
Rond twee uur stap ik met mijn reistas en rugzak de deur uit en loop ik in de richting van de ingang van de luchthaven, ongeveer 100 meter verderop. De chauffeur van vanochtend staat er nog. Waarschijnlijk heeft hij sinds mijn rit geen nieuw vrachtje vervoerd. Iets daarvoor staat een andere taxi. De chauffeur springt uit de wagen en vraagt waar ik heen moet. Het tweede treinstation kost 600 Tenge. Goedkoop, waarschijnlijk zit deze chauffeur om geld verlegen en vervoert hij liever tegen een lage prijs dan helemaal niet.
Een minuut of twintig later arriveer ik bij het station. Alma-Ata 2 is een eindstation voor veel lange afstandtreinen en de trein die ik moet hebben staat al te wachten. Passagierstreinen gaan maar een paar keer per dag en om alle reizigers te vervoeren bestaan ze daarom uit veel wagons. Mijn wagon is bijna aan het einde van het perron. Ik wandel erheen en installeer mij in de coupé. Het is een beneden bed deze keer. Wel zo prettig want het bed boven mij is al een keer doorgezakt en gerepareerd. Onder mijn bed bevindt zich alleen een bagagebak dus er kan weinig gebeuren mocht dat bed zich onder mijn gewicht begeven.
Ik ben de eerste in de coupé. Niet lang daarna arriveert een jong echtpaar. Zij is net bevallen haar eerste kind en de baby—nu 15 dagen oud—gaat mee naar huis in Wanovka. Kennelijk rijke ouders die het beter vonden dat dochterlief in Almaty zou bevallen. Ik weet er alles van. Ik heb één blik geworpen in de kraamkliniek in Wanovka en dat was voldoende om zeker te weten dat Elmira in Shymkent zou gaan bevallen.
Een baby van 15 dagen blijkt een goede methode om rust in een coupé te krijgen. Een van de bedden is nog onbezet als we vertrekken uit Almaty, en normaal worden dergelijke slaapplaatsen door de providnik onderhands verkocht aan reizigers die zonder biljet instappen. ‘s Nachts komen een keer of drie mensen de coupé binnen die dit vierde bed willen bezetten. Maar elke keer als ze de pasgeborene zien sluiten ze de deur weer en vragen om een andere plaats. En dat terwijl de baby voornamelijk slaapt en nauwelijks huilt.
‘s Ochtends om half zes arriveer ik in Tjulkebas. Een uur eerder dan met de reguliere trein. Elmira is er, en natuurlijk Nathalie. Met Nathalie in haar autostoeltje en ik er naast op de achterbank tuffen we naar huis. We zijn weer herenigd.
De komende nacht zal ik per trein naar Tjulkebas reizen waar ik door Elmira word opgepikt. Een treinkaartje heb ik nog niet, en ook het ticket voor Elmira en Nathalie voor november en december moet ik nog afhalen bij het KLM kantoor hier. Buiten bij de luchthaven staan altijd taxi’s klaar. Ik schiet er een aan—of liever, de chauffeur schiet mij aan—en na wat onderhandelen worden we het eens over de prijs.
Het KLM kantoor ligt een aardig eind richting het centrum. Per internet heb ik de tickets reeds gereserveerd, dus het is alleen een kwestie van afhalen en betalen. Enkele gegevens zijn nog nodig, zoals de afmetingen van Nathalie om te bepalen welk babybedje moet worden gereserveerd. Handig die mobiele telefoon, want in vijftien seconden heb ik Elmira aan de lijn die juist op weg was naar de markt in Wanovka. 64 centimeter en ca. 8 kilo op het moment van vertrek is het antwoord. De KLM medewerkster die het gesprek in het Russisch gevolgd heeft, heeft de gegevens al ingevoerd. Enkele minuten later loop ik in bezit van de tickets de deur weer uit. Wel met de clausule dat bij het niet afgeven van een visum de som gerestitueerd wordt. Je weet immers maar nooit.
Normaliter reizen we met de trein die een pendeldienst onderhoudt tussen Shymkent en Almaty. Deze trein is relatief snel en daardoor snel volgeboekt. Rond 5 uur in de middag vertrekt deze trein van het treinstation Alma-Ata 2. Er zijn echter ook andere treinen, o.a. de trein van Almaty naar Atyrau, die het station Tjulkebas aandoen. Deze trein vertrekt om tien over drie uit Almaty. Omdat ik verder toch niets te doen heb in Almaty besluit ik een kaartje van deze trein te kopen.
In bezit van trein- en vliegtuigtickets brengt de chauffeur me terug naar mijn slaapadres. Als we daar aangekomen zijn vraagt hij hoe laat hij er weer moet zijn om mij straks naar de trein te brengen, hij wil geen prijs noemen hoeveel dat moet gaan kosten. Ik leg hem uit dat Kazachstan nu een kapitalistische economie heeft en er concurrentie bestaat, dus dat ik straks wel zal beslissen door welke taxi ik mij naar het treinstation laat brengen. Hij probeert het nog met te zeggen dat hij wel erg goedkoop was vandaag, maar helaas, waarschijnlijk zal ik mij vanmiddag door een collega naar het station laten brengen.
De ochtend begint wat later dan gewoonlijk wanneer ik naar Kazachstan ga. Omdat KLM geen overstap kent en bovendien wat later in Almaty aankomt dan Lufthansa vertrekt het vliegtuig pas na tweeën in de middag van Schiphol. Voldoende laat om nog wat zaken te regelen. Vanwege het klantgerichte optreden van de Schipholtaxi ATN Noord Nederland heb ik besloten deze keer met de trein te gaan. De gunstigste trein vertrekt even voor tien uur uit Assen. Tot daar word ik gebracht door mijn moeder. Oosterwolde ligt op de route en daar stoppen we bij het gemeentehuis om een uittreksel uit het persoons- en geboorteregister van mij af te halen. Deze documenten zijn nodig voor de paspoortaanvraag van Nathalie.
De treinreis naar Schiphol verloopt voorspoedig. Het is na de spits en in de trein is het niet al te druk. Er hoeft niet overgestapt te worden en even na twaalven arriveer ik onder de vertrekhal van Schiphol. KLM maakt tegenwoordig niet meer gebruik van incheck balies, maar van automaten waar het paspoort kan worden ingelezen en na een aantal vragen en antwoorden de boardingpass uitrolt. Alleen de bagage moet nog afgegeven worden bij een reguliere balie. De software van deze incheckpalen had m.i. nog wel wat intelligenter gekund. Nadat het paspoort is ingelezen begint het apparaat te vragen naar welke bestemming gevlogen wordt en via welke maatschappij. Tickets zijn op naam gesteld en het zou toch zo kunnen zijn dat gegeven de informatie van het paspoort de paal zelf kan bepalen welk ticket bij deze persoon hoort? Maar kennelijk heb ik een wat te positief beeld van het automatiseringsniveau hier.
De controle van de bagage is weer wat aangescherpt ten opzichte van vorige keren. Laptops moeten nu standaard uit de bagage en separaat door de Röntgenscanner. Een man achter mij in de rij had dat wat verkeerd begrepen zo hoor ik aan het verhaal dat hij zijn buurman vertelt. Hij heeft uit voorzorg alle foto’s van zijn laptop verwijderd en er kwam daarbij heel wat diskruimte vrij. Ik ben benieuwd wat voor soort foto’s hij op zijn laptop had staan als hij zo bang is dat ze bij een grenscontrole bekeken worden…
In het vliegtuig val ik al snel in slaap. Inhalen van de slaap de nacht ervoor. Slapend lijkt de afstand niet zo groot en het is de meest comfortabele manier die ik ken om per vliegtuig vervoerd te worden. Af en toe als er eten of drinken langs komt doe ik even een oog open. De stewardess heeft duidelijk moeite om over te schakelen op het Nederlands. Als ik haar vraag blijken er maar drie Nederlanders in het toestel te zitten. Ik leg haar uit dat er op Lufthansa vluchten altijd veel meer Nederlanders mee gaan omdat Lufthansa bijna 300 euro goedkoper is. Duidelijk tegen het zere been. Ze leefde kennelijk nog in de chauvinistische veronderstelling dat alle Nederlanders met KLM willen reizen. Nou, die tijd is geweest.
De paspoortcontrole in Almaty gaat niet erg vlotjes, maar al snel heb ik door waarom. Niet alleen wordt het paspoort afgestempeld, maar elke binnenkomende buitenlander krijgt ook direct een ingevuld en afgestempeld registratiedocument van de immigratiedienst. Daardoor is het niet meer noodzakelijk om je binnen een paar dagen bij de politie te melden. Ze gaan echt vooruit in dit land.
Mijn slaapplaats is een paar honderd meter lopen vanaf de luchthaven. Met mijn reistas in de hand ga ik naar de Baboeshka die door Elmira reeds telefonisch is ingelicht dat ik kom. Ondanks dat het bijna twee uur is, is ze nog op vanwege mijn komst. De divan wordt in gereedheid gebracht en al snel val ik in slaap.
Het is nu zes uur in de ochtend en ik ben nog steeds op. Zo’n laatste dag voor vertrek naar Kazachstan is altijd een dag met veel bezigheden. Koffers pakken, facturen de deur uit, laatste openstaande rekeningen betalen zodat ik daarna zonder zorgen in Kazachstan kan vertoeven.
Er is echter nog een reden waarom ik er de voorkeur aan geeft om de nacht voor vertrek zo weinig mogelijk te slapen. Een jetlag is het zwaarst wanneer naar het oosten wordt gereist. Door het passeren van tijdzones wordt het op de klok later, maar in het hoofd niet. Daardoor is het na de reis ‘s nachts moeilijk om te gaan slapen en wanneer dat eindelijk lukt gaat de wekker al bijna weer. Een gebroken ochtend is het gevolg. Door nu de dag van te voren een aanzienlijk slaaptekort op te bouwen gaat het lichaam slapen bij aankomst, ondanks de stand van de biologische klok. Na één nachtrust is het lichaam daarna bijna volledig aan het nieuwe ritme aangepast.
Mijn jaarvisum is binnen, het ticket gekocht, dus bijna niets kan mij meer weerhouden om komende maandag richting Kazachstan te vertrekken. Ik vlieg weer eens met KLM. Wel duur—zeker gezien de hoge olieprijzen van dit moment—maar op de terugreis neem ik Elmira en Nathalie mee naar Nederland en dan is een vlucht zonder overstappen wel zo prettig. In Kazachstan ben ik dan nog een nacht met de trein onderweg waardoor ik woensdagochtend in Zhabagly zal aankomen.
Het verblijf in Kazachstan is overigens niet voor lange duur. Een dikke maand blijf ik er, tot 28 oktober, met name om het papierwerk van het paspoort van Nathalie te regelen. De meeste benodigde documenten zijn al in ons bezit, maar we moeten nog een paar keer op en neer naar de ambassade in Almaty voor de formele aanvraag.
Lauwersoog—een plaatsje in het uiterste noorden van Nederland—is met name in het weekend geliefd bij dagjesmensen om een portie vis te eten. Rond de haven zijn een aantal eetgelegenheden gegroepeerd waar de gevangen vis wordt bereid en opgediend. Vandaag ben ik er geweest met Nathalie’s Nederlandse oma. Onze bedoeling was om in het vis restaurant Sterkenburg een tussendoortje te bestellen en een een vismenu mee naar huis te nemen.
De service in het cafetaria was op zijn minst merkwaardig te noemen. Toen we om een visschotel vroegen zij één van de bedienden achter de balie dat ze daar niet aan konden beginnen. Dan hadden we van tevoren moeten bellen en sowieso verkochten ze geen kleine porties. Zijn collega van Sterkenburg hielp nog eens te benadrukken dat het echt niet kon, waarna ze zich beiden omdraaiden om weer een paar stukken vis in de frituur te donderen. Ze vroegen niet eens of we wat anders wilden, of ze ons nog op een andere manier van dienst konden zijn.
Verbouwereerd hebben we daarna de eettent verlaten, bij de uitgang nog wel een softijsje kopend bij één van de vrouwelijke medewerksters van Sterkenburg visrestaurant die iets klantvriendelijker bleek.
Gelukkig is er concurrentie en werden we bij collega Visser Vis zo’n 100 meter verderop wel vriendelijk behandeld. Na een portie kibbeling, chocomel en de nodige vis in de kofferbak zijn we weer huiswaarts gekeerd. Het kan dus wel goed.
Het postale systeem in Kazachstan werkt vrijwel vlekkeloos. Wanneer ik hier op een postkantoor een doos met spullen voor Kazachstan achterlaat kan ik er van op aan dat binnen twee weken de doos de eindbestemming bereikt. Vandaag is er weer zo’n doos in Kazachstan aangekomen. Omdat er beperkingen zijn op het type goederen dat aan particulieren mag worden verzonden zonder invoerheffing te hoeven betalen was het ook deze keer weer een allegaartje van spullen dat ik heb opgestuurd.
Uiteraard de onvermijdelijke paar zakjes drop en soep- en maaltijdmixen. Daarnaast een bureaulamp, twee kunststof thermosflessen, matrashoezen en natuurlijk een paar knuffels voor Nathalie. De grootste knuffel was een cadeautje van mijn zus Hylkje: een knuffeleend met een nogal eigenwijze uitdrukking op zijn gezicht die daarom meteen door mij Diederick gedoopt is. En ook iets dat men in Kazachstan niet kent, namelijk een spel mens-erger-je-niet. Gezelschapsspelen zijn in Kazachstan praktisch onbekende verschijnselen. Tenslotte nog twee tijdschriften waarin veel advertenties met foto’s van tweedehands boerderijmaterieel voorkomen. Hierdoor kunnen de Kazachen een indruk krijgen van welke middelen hier de agrarische stand ter beschikking staan.