Vandaag gaan we weer naar Shymkent in verband met de naderende geboorte van onze Knufsik. De uitslag van het bacteriologisch onderzoek moet nu beschikbaar zijn en Elmira moet weer naar de gynaecoloog om te kijken wanneer ze moet worden opgenomen in de kliniek.
Volgens het laboratoriumonderzoek heeft Elmira geen voor Knufsik schadelijke bacteriestammen in haar neus en keel, de aanstaande pappa echter wel. Dat is niet zo gek, wanneer je ziet op welke plekken ik in de wereld al geweest ben. Het zou verrassend zijn als ik niet van één van deze plekken een interessante bacterie had meegenomen. De besmetting is echter niet dramatisch en tijdens de bevalling volstaat het dragen van een mondkapje. Daar valt overheen te komen.
Bij het onderzoek van de gynaecoloog blijkt Elmira behoorlijk verder in het zwangerschapsproces te zijn. Gisteren is Knufsik duidelijk ingedaald en op de echo is te zien dat het hoofdje naar beneden wijst. De ontsluiting is nu twee vingers—voor de kenners—en de gynaecoloog adviseert ons om ‘s avonds of de volgende ochtend vroeg terug te keren naar de kliniek zodat Elmira opgenomen kan worden. De bevalling zal niet meer dan één of twee dagen later zijn zo is de verwachting.
Zo af en toe is er een dag dat ik onze auto onderhanden neem. Oliepeil controleren en tot het max streepje bijvullen—in tegenstelling tot de Kazachen die uit verkeerde zuinigheid meestal maar tot het min streepje bijvullen—de lak bijwerken waar de overvloedige stenen het metaal naar boven hebben getoverd en dergelijke.
Sinds een aantal dagen loopt één van onze banden langzaam leeg. Niet storend, ongeveer één keer in de drie dagen moet er wat lucht bij, maar toch verontrustend genoeg om eens een nadere inspectie uit te voeren. We hebben al eens een lek ventiel gehad en mogelijk is er nu weer zo’n klein ergerlijkheidje. Zeepsop komt in dit soort gevallen goed van pas. We hebben altijd een fles in onze kofferbak liggen om de bak van de ruitensproeier bij te vullen maar vandaag heb ik de inhoud gebruikt om onze band aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Eerst flink hard opgepompt en dan maar kijken waar de bubbels vandaan komen.
Tot mijn verbazing komen er geen bubbels vanuit het ventiel, en ook de velgrand vertoont geen tekenen van een lek. Als ik het zeepsop over het profiel van de band giet zie ik waarom. In de band, bijna onzichtbaar, heeft zich een spijker genesteld. Rond deze spijker borrelen hele kleine belletjes op. Tijd voor een vervanging. Het gat zit niet op een kritische plaats en de spijker is niet al te groot, dus waarschijnlijk is dit met een plug en vulcaniseren nog wel te repareren. Maar eerst maar even het reservewiel erom. Dat geeft wel zo’n veilig gevoel.
Voor het onderhoud van het telefoonsysteem heeft elk dorp in Kazachstan zijn eigen onderhoudsmonteur. Deze houdt de vaak antieke centrale in de lucht en zorgt voor het aansluiten van nieuwe telefoons, afsluiten van wanbetalers en het repareren van de bovengrondse telefoonlijnen.
Sinds kort zijn we er achter dat het salaris van deze onderhoudsmonteurs voor een deel bestaat uit een percentage van de belkosten van de abonnees. We hadden al door dat Arapai—de monteur in ons dorp—altijd erg vriendelijk tegen ons was en heel behulpzaam bij problemen, maar we begrijpen nu ook waarom. De meeste mensen in ons dorp bellen alleen lokaal, en dat is gratis. Zij betalen hun anderhalve euro abonnementsgeld per maand en dat is het dan. Wij behoren echter tot de top vijf grootgebruikers in het dorp met internet, internationaal telefoonverkeer en bellen naar mobiele nummers. Dat tikt aan.
Vorige week kwam Arapai bij ons aan de deur met het voorstel voor ons een nieuwe eigen telefoonlijn te trekken tussen ons huis en de telefooncentrale. Tot nu toe waren we aangesloten op een centrale multikabel—samen met nog zo’n 15 andere telefoongebruikers—en internet wil dan nog wel eens wegvallen als één van de buren over de lijn begint te tetteren. Voor enkele andere internet gebruikers dichterbij de centrale had hij al een eigen lijn gelegd en die waren zeer tevreden.
Omdat er nogal een kostprijs verschil is tussen ons huidige internetverkeer en een satelliet internetverbinding besloten we van het aanbod gebruik te maken. Alleen de kabel zouden we zelf moeten betalen, arbeidsloon kwam voor rekening van de telefoonmaatschappij.
Vandaag is de kabel gelegd. Een speciale drieaderige kabel waarvan twee van koper voor het signaal, en een derde van staal zodat de kabel bij wind niet gemakkelijk kapottrekt. Dergelijke kabel heb ik in Nederland nog nooit gezien maar dat komt omdat daar de telefoonkabels allemaal onder de grond weggewerkt zijn. Kabels met trekontlasting zijn daarvoor niet nodig.
Slechts een minuut of tien zijn we zonder telefoon geweest, daarna heb ik de internetverbinding direct getest. Ik moet zeggen, een hele vooruitgang. Een uur achter elkaar on-line was hiervoor haast onmogelijk door de storingen van andere gesprekken, maar dat is geen probleem meer. Bovendien lijkt het zeker twee a drie keer zo snel te gaan, maar dat kan ook wishful thinking zijn. Als dit zo blijft kan het plan van de schotelverbinding voorlopig even in de ijskast. En Arapai kan ook tevreden zijn. Voorlopig maken we nog even gebruik van zijn telefooncentrale voor onze internetverbinding en kan hij zijn procenten blijven incasseren.
In het natte seizoen in mei en juni zijn er veel prachtige vlinders rond Zhabagly te zien.
Vandaag is het feest. De herdenking van de Tweede Wereldoorlog en daarom gaan we shaslik eten bij de boerderij. Gisteren heeft Elmira het nodige shaslik vlees klaar gemaakt. Op de pennen spiesen, op het houtskool en klaar is deze lokale delicatesse. Nou ja, dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Om shaslik op pennen te spiesen moet je wel pennen hebben…
Een kleine misrekening in de planning. Alles zo mooi voorbereid, vlees gemarineerd met Nederlandse barbecuekruiden, hout gekapt, en dan gaat het mis op zo’n paar stukjes aluminium. Vorig jaar hebben we ook shaslik gegeten. Die is toen klaargemaakt door een kennis die regelmatig van ons biggetjes koopt. Ze werkt zelf in een restaurant en had de shaslik daar gemarineerd en op pennen gespiest. Maar die pennen zijn nu terug in het restaurant.
Waar haal je zo snel nog een verzameling shaslik pennen vandaan? Elmira’s oom schuin tegenover moet er een stel hebben, dus geen probleem. Maar wanneer Elmira daar naartoe loopt blijkt de deur gesloten. Logisch, want vandaag rijdt oma die daar inwoont mee in de parade in Wanovka. Dus de hele familie is op stap. Dan maar bij de overbuurman proberen. Ook daar is niemand thuis. Hij heeft namelijk een groene legerjeep en rijdt mee in de parade. Hij werkt bij het natuurreservaat—een overheidsbaan—en kon daarom niet zoals Elmira eergisteren een grote mond opzetten tegen de politie. Ja, wat nu?
Elmira pakt de telefoon en gaat wat rondbellen. Bij haar vriendin Jesgul hebben ze negen stuks maar geen gewone. Het zijn Kaufkaskische, wat betekent dat ze bijna een meter lang zijn. Meer zwaarden dus dan shaslik pennen. Maar in deze crisissituatie mogen we niet te kieskeurig zijn dus Elmira spreekt af dat ze even met de auto langs gaat om ze af te halen. Negen is wel wat weinig, maar misschien dat ze bij Lina nog een paar extra hebben. Lina werkt als adjunct-directeur voor het natuurreservaat en haar zus Dina hebben we al eens ingehuurd als vertaalster-gids bij toeristenbezoek. Dina is toevallig op bezoek en we mogen de pennen lenen, als we Dina ook meenemen naar de boerderij. Dina heeft namelijk een oogje op Ruslan en wil hem graag “helpen” bij het shaslik roken. Zo kunnen we eindelijk—met twee uur vertraging—naar de bergen voor ons feestmaal.

Ruslan toont zich weer een ware meester in het klaarmaken van de Shaslik. Terwijl de hond Barsik meekijkt of er misschien niet een klein stukje voor hem over blijft maakt Ruslan de shaslik vakkundig gaar boven het rokende houtskool.
Morgen is het feest. Er wordt gevierd dat zestig jaar geleden Duitsland officieel capituleerde en de Tweede Wereldoorlog voor de Sovjet Unie teneinde was. Eén varken zal die feestdag niet meer meemaken, althans niet in levende lijve. Dit varken is vandaag geslacht zodat we weer een tijdje van vlees zijn voorzien.
De vorige keren dat we hier varkens geslacht hebben ging dat nogal op zijn Kazachs. Een varken wordt geslacht zoals ze hier schapen plegen te ontleden. Een paar fikse hakken met een bijl tot de moten klein genoeg zijn en dan hup in de vriezer. Wat er aan restanten zo her en der overblijft wordt tot gehakt vermalen. Deze keer gaan we het anders doen.
Elmira heeft de foto’s gezien van het halve varken dat mijn ouders enkele maanden geleden in Nederland hebben gekocht. Keurig verdeeld in zakjes, inclusief een lever- en grillworst. Vandaag heeft ze geprobeerd met ons varken hetzelfde te doen. Helaas zijn wij niet bij het grove opdelen van het vlees geweest, dus het blijkt soms moeilijk terug te herleiden welk stuk vlees precies op welke plek gepast heeft, maar na een avond werk zijn de meeste hompen wel gedetermineerd en in partjes in de diepvries beland. Inclusief een stapel shaslik vlees voor morgen. Alleen de rollade en de spare-ribs moeten nog, maar daar is morgen nog wel tijd voor.
Wereldberoemd in heel Nederland, zo kun je het soms wel noemen. Wanneer er mensen uit Nederland in Zhabagly komen willen ze vaak even een praatje komen maken met die zonderlinge Nederlander die daar woont. Velen hebben al vooraf van mij gehoord. Mensen die met Baobab reizen zijn in de bus al uitgebreid ingelicht door de vaste gids Nurbibi, die ook bij ons huwelijk aanwezig was. Anderen zijn via hun voorbereiding van de reis op internet tegen mij aangelopen.
Vandaag kwam een groepje Nederlanders langs waarvan één ongeveer dezelfde route had doorlopen als ikzelf. Eind negentiger jaren was hij in Almaty verzeild geraakt en had daar een vrouw ontmoet. In plaats van in Kazachstan te blijven waren zij echter na enkele jaren na Nederland teruggekeerd. Nu waren ze voor vakantie terug in Centraal Azië. Zijn Kazachse echtgenote was met kind achtergebleven bij haar moeder in Almaty, terwijl hij nu met ouders en enkele kennissen een tocht door Oezbekistan en Kazachstan maakte.
En zo zit je een uur aan de keukentafel van alles uit te leggen over het leven op het platteland hier, het inkomensniveau, de bezigheden en vooral het ontbreken van stress.
Soms krijg je dingen in het buitenland te eten waar je nog nooit van gehoord hebt. Vandaag had Elmira visgehakt gekocht. Een blikje, met daarin de gemalen restanten van een mij onbekende vissoort. Het moet net als een normale gehaktbal gebakken worden en vervolgens geserveerd met de tomatensaus die ook in het blikje zit.
Ik moet zeggen, het viel mij niet tegen. De smaak houdt het midden tussen vis en normale gehakt. Het hoeft niet elke dag op het menu te staan maar zo af en toe voor de afwisseling is het niet verkeerd.